1.6 Natuurwetenschappelijk onderzoek

BS 1.6
Natuurwetenschappelijk onderzoek
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BS 1.6
Natuurwetenschappelijk onderzoek

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 1.6
  • Je kunt verschillende typen en methoden van natuurwetenschappelijk onderzoek beschrijven.
  • Je kunt een natuurwetenschappelijk onderzoek opzetten, uitvoeren en de resultaten ervan analyseren en daaruit conclusies trekken.
  • Je kunt een technisch ontwerp voorbereiden, uitvoeren, testen en evalueren.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel vandaag
  • Je kunt verschillende typen en methoden van natuurwetenschappelijk onderzoek beschrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Natuurwetenschappelijk onderzoek
  • Alle biologische kennis is afkomstig van onderzoek. 
  • Door nieuw wetenschappelijk onderzoek naar de levende natuur groeit de biologische kennis. 
  • Een bioloog die zich bezighoudt met wetenschappelijk onderzoek stelt zichzelf vragen over verschijnselen die hij waarneemt in de levende natuur

Slide 4 - Tekstslide

Typen onderzoek
Er bestaan verschillende typen onderzoeksmethoden om tot een juist antwoord te komen:

  • Literatuuronderzoek
  • Beschrijvend onderzoek
  • Hypothese toetsend onderzoek
  • Ontwerpend onderzoek

Slide 5 - Tekstslide

Literatuuronderzoek
  • Je zoekt antwoord op een onderzoeksvraag via bestaande literatuur. 
  • Start van meeste onderzoeken
  • Selectie bronnen en helpt bij het opstellen van een hypothese/verwachting van je onderzoek

Slide 6 - Tekstslide

Beschrijvend onderzoek
  • Je let op bepaalde eigenschappen van het verschijnsel dat je bestudeert.
  • Soms is het verzamelen van observaties (waarnemingen) de enige onderzoeksmethode om antwoord te krijgen op een vraag, bijvoorbeeld wanneer je het gedrag van organismen bestudeert.

Slide 7 - Tekstslide

Hypothese toetsend onderzoek
  • Een hypothese is een mogelijke verklaring van een waarneming en is gebaseerd op biologische kennis en ervaring.
  • Bij een hypothese toetsend onderzoek bedenkt de onderzoeker een experiment om zijn hypothese te toetsen.
  • Dit wordt gedaan met een experimenteergroep die wordt blootgesteld aan een factor je wilt onderzoeken en een controlegroep bij wie dit niet gebeurt.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Ontwerpend onderzoek
  • De onderzoeker ontwikkelt  materialen, instrumenten, modellen of systemen.
  • Een model is een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid, deze kan door wetenschappers gebruikt worden om bijvoorbeeld iets virtueel te onderzoeken (bv. elektronenmicroscopen)

Slide 10 - Tekstslide

Nu maken
Lees blz. 60 t/m 62
Maak opdracht 98 t/m 100

Slide 11 - Tekstslide

Fasen van onderzoek
  • In de biologie is het type onderzoek bijna altijd experimenteel --> hypothese toetsend
  • Bij onderzoek ga je steeds op dezelfde manier te werk. 
  • Bij het hypothese toetsend onderzoek doorloop je de volgende fasen:

Slide 12 - Tekstslide

Onderzoeksvraag
Een goed onderzoek begint met een onderzoeksvraag
  • Open vraag
  • Te beantwoorden met het onderzoek dat je uitvoert

Slide 13 - Tekstslide

Een onderzoeksvraag


Wat is het effect van de onafhankelijke variabele op de afhankelijke variabele in bepaalde tijd of situatie?

Slide 14 - Tekstslide

Variabelen
Onafhankelijke variabele
De oorzaak, deze variabele kun je veranderen

Afhankelijke variabele 
Het gevolg, verandert door de invloed van de onafhankelijke variabele

Slide 15 - Tekstslide

Hypothese
Verwachting van het onderzoek:
  1. Gebaseerd op kennis uit eerder literatuuronderzoek
  2. Noem zowel de onafhankelijke als de afhankelijke variabele
  3. De hypothese is altijd toetsbaar, anders kun je niet achterhalen of het juist of onjuist is!
  4. De hypothese zelf bevat geen verklaring


Slide 16 - Tekstslide

Werkplan
  • Gedetailleerde  en nauwkeurige beschrijving van wat en hoe je je onderzoek gaat uitvoeren. 
  • Iemand anders moet het opnieuw kunnen uitvoeren.

Slide 17 - Tekstslide

Slechts één factor varieert
De regel bij experimenteel onderzoek is dat er steeds maar één factor/variabele mag verschillen.

Waarom?

Slide 18 - Tekstslide

Controle experiment
Is een experiment om mee aan te tonen dat er geen andere factoren zijn die invloed hebben op de resultaten van het experiment. 

= blanco


Slide 19 - Tekstslide

Betrouwbaarheid en validiteit

Slide 20 - Tekstslide

Experiment
Voorbeeld:
Groeien planten sneller met muziek? 

Doel: verband tussen oorzaak-gevolg

Oorzaak: muziek 
Gevolg: plantengroei 

Controle: geen muziek




Slide 21 - Tekstslide

Resultaten
  • Beschrijving van de uitkomst van het onderzoek
  • Weergave van feiten, geen meningen of interpretatie
  • Vaak gevisualiseerd met tabellen en grafieken 

Slide 22 - Tekstslide

Conclusie
  • Beantwoord de onderzoeksvraag
  • Basis literatuur en resultaten  
  • Terugblik hypothese juist of onjuist

Slide 23 - Tekstslide

Discussie 
  • Vergelijking van resultaten met literatuur
  • Ruimte voor mening en interpretatie
  • Suggesties voor vervolgonderzoek of aanpassen werkplan 

Slide 24 - Tekstslide

Realiteit

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk 
  • Basisstof 6 : 98 t/m 102, 109-111 (zie tekst: 'Eiwit geeft sporters extra lucht')
  • Practicumopdracht 5 doorlezen

Slide 26 - Tekstslide