Werkwoordspelling_trede31

Hoe gaat het met je?
😒🙁😐🙂😃
1 / 27
volgende
Slide 1: Poll
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3,4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoe gaat het met je?
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoordspelling 
Les 1:

- korte kennisquiz om ons brein te activeren
- herhaling theorie persoonsvorm en voltooide deelwoord
- 3 opdrachten maken op papier 
- online oefenen op cambiumned.nl 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef jezelf een cijfer voor werkwoordspelling.
10
2
7
6
4 of lager

Slide 3 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is foutloze werkwoordspelling
belangrijk?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

- het straalt verzorgdheid uit 
- het verhoogt de kwaliteit van je werk 
- je begrijpt beter wat er staat 
- je hebt aandacht besteed aan je werk 
- je neemt je werk serieus
- je neemt de lezer serieus 
- ..........................

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is niet goed gespeld?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is niet goed gespeld?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Goed of fout?
Het is de tegenwoordige tijd.
Fout is natuurlijk: steund. Dit moet zijn: steunt.
(Het hele werkwoord: steunen. De stam: steun)
Bron: Taalfouten spotten.

Welk woord is niet goed gespeld?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Goed of fout?
Het gaat hier om de voltooide tijd.
- ingepakt: goed (want je hoort de 't' in: ingepakte; of gebruik 't ex-Kofschip: de 'k' zit erin) 
- bezorgt: fout! (je hoort een 'd' in bezorgde; of kijk naar 't ex-Kofschip: daar zit de 'g' niet in.)

(Let op: 'bezorgt' is wel goed in de tegenwoordige tijd! Hij bezorgt het pakje.)
Welk woord is niet goed gespeld?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijk 
Bij werkwoordspelling is het belangrijk dat je weet:

- wat een persoonsvorm is 
- wat een voltooid deelwoord is 
- wat sterke en zwakke werkwoorden zijn 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet het verschil tussen een sterk en een zwak werkwoord.
Ja
Nee
Ik twijfel

Slide 13 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet hoe ik de persoonsvorm in een zin kan vinden.
Ja
Nee
Ik heb het ooit geweten, maar ben het vergeten.
Ik twijfel

Slide 15 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet wat een voltooid deelwoord is.
Ja
Nee
Ik ben alles vergeten!
Een beetje..

Slide 17 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hulpmiddel
Boek blz. 238: schema werkwoordspelling 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Ik heb haar (beschermen).

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je het deelwoord?

Zij hebben (betalen).
A
betalend
B
betaald
C
betaalt
D
betald

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tegenwoordige tijd

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even oefenen ...

(houden) ... de buurvrouw van detectives?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Even oefenen ...

(houden) ... je broer van detectives?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Even oefenen ...

Ik ... (vinden) het fijn dat jullie aantekeningen maken

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn wang (bloeden) ... altijd als hij zich (snijden) ... tijdens het scheren.
A
bloed, snijd
B
bloedt, snijdt
C
bloed, snijdt
D
bloedt, snijd

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag:
3 opdrachten op papier

Klaar? Vraag het nakijkblad. 

Daarna: oefenen met werkwoordspelling op cambiumned.nl 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies