1MH - Herhaling toets H3

1MH - Herhaling toets H3
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

1MH - Herhaling toets H3

Slide 1 - Tekstslide

Wat is GEEN oorzaak van de val van het West-Romeinse rijk?
A
Ruzie over opvolgers van de keizer
B
Er trokken Germaanse volken het rijk binnen
C
Het Romeinse leger was te klein
D
Er was bijna geen handel meer

Slide 2 - Quizvraag

Wat hoort niet bij het hofstelsel?

Bij het hofstelsel.....
A
geeft de heer bescherming aan de horige
B
moesten horigen herendiensten verrichten
C
geeft de horige een deel van de opbrengst van het land aan de heer
D
helpt de heer de horige op het land tijdens de oogsttijd

Slide 3 - Quizvraag

Waarom zouden boeren hun grond afstaan aan een machtige boer?

Slide 4 - Open vraag

Wat zijn herendiensten?
A
Zo af en toe eens op bezoek gaan bij de heer
B
Klusjes doen voor de heer of het klooster
C
Je goed gedragen (als een heer)
D
Dienstverlening van de heer aan de boeren

Slide 5 - Quizvraag

Hoe probeerden geestelijken de Germanen te bekeren tot het christendom?
A
Door een liedje voor ze te zingen
B
Door gebruiken die de Germanen al kenden, te koppelen aan het Christendom
C
Door de heilige boom om te kappen
D
Door tradities die de Germanen al kenden, te koppelen aan het Christendom

Slide 6 - Quizvraag

In de Middeleeuwen was de samenleving verdeeld in een standenmaatschappij. Sleep de drie standen naar de juiste plek in de afbeelding:
Bidden
Beschermen
Werken
Adel
Boeren
Geestelijken
2e stand
1e stand
3e stand

Slide 7 - Sleepvraag

In 622 begint de islamitische jaartelling. Waarom?
A
Omdat toen het Arabisch cijferschrift was uitgevonden
B
Omdat 622 een leuk getal is
C
Omdat moslims het toen wel handig vonden om een jaartelling te gebruiken
D
Omdat Mohammed toen van Mekka naar Medina ging

Slide 8 - Quizvraag

Wat was GEEN verbetering van de landbouw rond het jaar 1000?
A
paard als trekdier
B
het halsjuk
C
irrigatie
D
drieslagstelsel

Slide 9 - Quizvraag


Een stad kon stadsrechten krijgen. 
Wat is GEEN stadsrecht?
A
De stad mocht zelf rechtszaken houden
B
De stad mocht zelf belasting ophalen
C
De stad mocht stadsmuren bouwen
D
De stad hoefde de landheer niks meer te betalen

Slide 10 - Quizvraag

Centraal bestuur = Bestuur vanuit één plaats; overal in het land gelden dezelfde wetten en belastingen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Kennen & kunnen
Check (naast het kunnen beantwoorden van de leerdoelen) 
  1. Hofstelsel goed kennen: waarom boer grond afstaan aan machtige boer? Kenmerken hofstelsel. 
  2. Hoe probeerden geestelijke Germanen te bekeren? 
  3. Drie middeleeuwse standen + taken
  4. Wat moslims moeten doen volgens de Islam. 
  5. Opkomst steden (tredes van veranderingen kennen, zie PP)
  6. Stadsrechten/centraal bestuur 

Slide 12 - Tekstslide