P1W1 Terminologia anatomica

Terminologia anatomica
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AnatomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Terminologia anatomica

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud
  • Terugblik vorige les
  • Leerdoel
  • Vaktaal
  • Uitspraak
  • Meervoud
  • Opdrachten 
  • Evalueren
  • Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik vorige les
  • Vragen over de behandelde lesstof?
  • Opdracht bespreken: Een goed begin....
  • Verwerkingsopdrachten TM A&F module 1.1

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Na deze les hebben jullie kennisgemaakt met de 'voertaal' ofwel het jargon in de gezondheidzorg en de algemene regels die van toepassing zijn op de medische woorden.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vaktaal
Lees in TM Traject module 1.1: Opbouw en gebruik van 'Anatomie en fysiologie' door:
  • Terminologia anatomica in de gezondheidszorg t/m samenvatting?
    (10 min)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent terminoliga anatomica?
A
het voortdurend uit zichzelf blijvend bewegend apparaat
B
een hoge mate van bewegingsvrijheid
C
internationaal afgesproken naamgeving binnen de anatomie en fysiologie
D
hoogstaande en doelgerichte orthopedische zorg

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe korten ze een term af?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke kenmerken heeft de standaardmens?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke talen worden gebruikt in de anatomie en fysiologie?
A
Grieks en Latijn
B
Romeins en Engels
C
Grieks en Romeins
D
Latijn en Romeins

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is er een vaktaal nodig?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitspraak
Ch = g (bv. chemie)
Qu = kw (bv. quantum)
Tie = tsie (bv. operatie)
De ‘c’ wordt als een ‘k’ uitgesproken als hij voor de letter ‘a,o,u’ en vaak een ‘y’ staat.
De ‘c’ wordt als een ‘s’ uitgesproken als er een ‘e’ of een ‘i’ of soms een ‘y’ op volgt.


oe wordt uitgesproken als : eu (bv. oedeem)
ies wordt uitgesproken als iejes (bv. cariës)
eu wordt uitgesproken als ui (bv. therapeut)



Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitspraak
In de medische terminologie komen verder bepaalde klinkercombinaties voor die we in het Nederlands niet kennen.
ae wordt uitgesproken als: ee (bv. gynaecologie)
oe wordt uitgesproken als : eu (bv. oedeem)
ies wordt uitgesproken als iejes (bv. cariës)
eu wordt uitgesproken als ui (bv. therapeut)


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervoud
Het meervoud ziet er in de medische terminologie anders uit dan in het Nederlands.
a, wordt in het meervoud: ae (uitspraak ee)
(scapula-scapulae)
us, wordt in het meervoud: i
(naevus- naevi)
um, wordt in het meervoud: a
(narcoticum-narcotica)

(trauma-traumata)
x, wordt in het meervoud: ices
(cervix-cervices)
is, wordt in het meervoud: es
(basis-bases)
io, wordt in het meervoud: iones
(portio-portiones)
ans, wordt in het meervoud: antia
(stimulans-stimulantia)
ens, wordt in het meervoud: entia
(agens-agentia)










Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervoud
um, wordt in het meervoud: a
(narcoticum-narcotica)
ma, wordt in het meervoud: mata
(trauma-traumata)
x, wordt in het meervoud: ices
(cervix-cervices)
is, wordt in het meervoud: es
(basis-bases







Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stamwoorden, achtervoegsels, voorvoegsels en combinaties
Medische termen zijn vaak opgebouwd uit woorddelen.
Het belangrijkste deel van een medische term is een stamwoord. Met een voorvoegsel en een achtervoegsel kun je een medische term verder verduidelijken.
Als je veel voor- en achtervoegsels en stamwoorden kunt herkennen dan kun je al snel medische termen ‘uitpuzzelen’.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld:
inter = tussen (voorvoegsel)
cost = rib (stamwoord)
itis = ontsteking (achtervoegsel)
INTER-COST-ITIS ( = ontsteking tussen de ribben)


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veelgebruikte voorvoegsels ( een aantal)
pro, pre, ante:        voor
intra, endo:             binnen(in)
retro:                      achter
extra, ecto:             buiten
infra, sub:               onder
inter:                       tussen
para:                       naast
peri:                        nabij
poly:                       veel
meso midden
oligo weinig
micro klein
macro, mega, megalo groot
a, an niet, geen
tachy snel
dys gestoord, slecht functionerend
brady langzaam
normo normaal
hyper (te) hoog
anti tegen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veelgebruikte achtervoegsels ( een aantal)
itis:                        ontsteking
ectomie, resectie: uitsnijding
algie, dynie:          pijn
malacie:                verweking
ose, pathie:           ziekte
sclerose, fibrose:  verharding, verbindweefseling
lysis:                     oplossing
scoop:                   kijkapparaat
plegie, paralyse:   verlamming

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet de zin om in het Nederlands: |
Op de thoraxfoto was een cardiomegalie zichtbaar

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de zin om in het Nederlands:
De MDL-arts vond bij de scopie een ulcus duodeni.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de zin om in het Nederlands:
De claviculafractuur was snel genezen.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de zin om in het Nederlands:
Er zijn veel mensen met mictieklachten door een verminderde contractiliteit van de blaasspier.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1. Wat betekenen de dikgedrukte woorden?
Uit brief van een gynaecoloog;
Op 3-1-2021 onderging patiënte een vaginale uterusextirpatie in verband met subjectief ernstige metrorragieën. Postoperatief beloop ongestoord.
Wat betekenen de dikgedrukte woorden.

Uit het verhaal van een neuroloog:
Man, 60 jr., sinds 6 jaar hypertensie, sinds 3 jaar Diabetes Mellitus,
peracuut hevige pijn interscapulair, krachtsverlies benen,
mictiestoornissen. LO/ parese benen
Neem je antwoorden van bovenstaande opdrachten mee om te bespreken in de volgende les.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2. Uit een brief van een kinderarts
Wat lees je in het Nederlands in deze brief?
LO: alerte, niet zieke zuigeling. Temp. 38.3, pols 88/min., gewicht 3655gr. (SD 0). Geen meningeale prikkeling. Gave huid. Geen petechiën. Fontanellen g.b. Trommelvliezen bdz. g.b. Longen symmetrisch normaal ademgeruis. Geen tekenen dyspnoe. Cor: geen souffles. Abdomen: soepel. Hepar, milt niet palpabel. Geen abnormale weerstanden. Normale peristaltiek. Art. femoralis bdz. goed palpabel. Genitalia normaal. Reflexen g.b.

Slide 25 - Tekstslide

Lichamelijk onderzoek: zuigeling die goed wakker is en geen zieke indruk maakt. De lichaamstemperatuur bedraagt 38.3. Aan de pols is te voelen dat het hart 88 keer per minuut klopt. Het gewicht is 3655 gram. Dit betekent dat het gewicht overeenstemt met wat gemiddeld op die leeftijd zou mogen worden verwacht. De hersenvliezen zijn niet geïrriteerd. De huid is gaaf. Er zijn geen kleine bloeduitstortingen te zien. Aan de zachte, nog niet met bot dichtgegroeide openingen in de schedel zijn geen bijzonderheden waarneembaar. Aan de trommelvliezen is beiderzijds geen bijzonderheid te zien. Het ademen in de longen klinkt links en rechts normaal. Er zijn geen tekenen van kortademigheid. Aan het hart is geen geruis te horen. De buik voelt soepel aan. Lever en milt zijn niet te voelen. Er zijn geen abnormale zwellingen te voelen. De darmbewegingen klinken normaal. De liesslagader is links en rechts goed te voelen. De geslachtsorganen zijn normaal. Aan de bij het lichamelijk onderzoek opgewekte onwillekeurige bewegingen zijn geen bijzonderheden te merken.
Evalueren
  • Leerdoel behaald?
  • Wat vind je van de werkvorm?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
  • Kijk goed in It's Learning wat je voor de volgende les moet voorbereiden.
  • Verwerkingsopdrachten maken (TM  module 1.2
Volgende les: Doorlezen voortplantingsorganen man: TM Traject 14.1

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies