Samenvatting omgangskunde

Samenvatting omgangskunde
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerpleegkundeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Samenvatting omgangskunde

Slide 1 - Tekstslide

Stap 1 Gegevens verzamelen 
  • HET ANAMNESE GESPREK
  • Informatie wordt geordend met behulp van de elf Gezondheidspatronen van Marjory Gordon. Zodat alle belangrijke informatie als cluster bij elkaar staat en voor de volledigheid.
  • Door vragen te stellen
  • Lichamelijk onderzoek


Slide 2 - Tekstslide

Waarom een anamnesegesprek voeren?
Dit doe je om:
  • alle gegevens duidelijk te hebben zoals allgergieen bijvoorbeeld
  • Inzicht krijgen in de gebruikelijke levens- en gezondheidspatronen van de patient (11 leefpatronen van Gordon)
  • Doel: zorg op maat te kunnen bieden 

Slide 3 - Tekstslide

Wat centraal staat is oa. 
  • Opbouw vertrouwensrelatie
  • Verzamelen gegevens
  • Voorlichting oa behandeling/onderzoek
  • Informeren gang van zaken > afdeling 

Slide 4 - Tekstslide

HOE DOE JE DAT EEN ANAMNESE GESPREK?
  • Je hebt kennis van functiestoornissen, beperkingen, ziektebeelden, handicaps, therapieën, wetten en beroepscode.
  • Je leest het zorgdossier (indien aanwezig) of de casus.
  • Je stelt aanvullende vragen aan de zorgvrager/naasten.
  • Je verzamelt informatie over functiestoornissen en beperkingen bij andere disciplines.
  • Je observeert (zintuigelijk waarnemen).
  • Je voert metingen uit (bloeddruk, gewicht, temperatuur, risicosignalering etc.).
  • Je stelt gericht vragen met behulp van Gordon ( 11 gezondheidspatronen)
  • Door: Luisteren, samenvatten en doorvragen (LSD)

Slide 5 - Tekstslide

Feedback heeft alleen effect wanneer het op een goede manier gegeven wordt volgens de 4 G's.


  • Gedrag (concreet, hier-en-nu).
  • Gevolg van gedrag (gevolg voor jezelf ).
  • Gevoel (je eigen gevoel).
  • Gewenst gedrag (in termen van gedrag en als vraag).

Slide 6 - Tekstslide

Vorm van feedback geven
- Sandwichmethode
- Benoem altijd eerst de feiten ( “het valt mij op dat…..”), benoem daarna welk gevoel dit bij jou oproept ( “dit geeft mij het gevoel dat…..”), controleer daarna bij de persoon in kwestie of dit ook klopt.

positief/negatief

Slide 7 - Tekstslide

Ontvangen van feedback
  • Sta open voor feedback
  • Luister goed naar wat de ander zegt
  • Vraag om verduidelijking
  • Geef aan wat je van de feedback vind
  • Zie het als opbouw (en niet als aanval)
  • Doe er je voordeel mee
  • Wees er blij mee

Slide 8 - Tekstslide

Oefening 

Slide 9 - Tekstslide

Communicatie

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Verbaal en nonverbale communicatie

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide