In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Nederlands oefenen (H4)
Slide 1 - Tekstslide
Van welk verband zijn dit de signaalwoorden? ten eerste, ten tweede, om te beginnen, verder, ten slotte
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld
D
oorzaak-gevolg
Slide 2 - Quizvraag
Van welk verband zijn dit de signaalwoorden? tegenover, maar, echter, hoewel, toch
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld
D
oorzaak-gevolg
Slide 3 - Quizvraag
signaalwoorden voorbeeld
Slide 4 - Woordweb
signaalwoorden oorzaak-gevolg
Slide 5 - Woordweb
Het regent, daardoor worden we nat. Wat is het signaalwoord?
Slide 6 - Open vraag
Het regent, daardoor worden we nat. Wat staat er achter "daardoor"; de oorzaak of het gevolg?
A
oorzaak
B
gevolg
Slide 7 - Quizvraag
Hilarische vragen, zoals "waarom hebben oude mannen grote oren" of "Kunnen chimpansees elkaar herkennen aan hun kont" hebben soms nuttige antwoorden. Aan welk signaalwoord kun je zien dat er voorbeelden van hilarische vragen worden genoemd?