Verbanden leggen tr. 12

Verbanden leggen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Verbanden leggen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
 1. Trede 12 : gesignaleerd
 2. Doel: verbanden leggen 
 3. Theorie
 4. Opdrachten maken 
10m
5m
5m
50m
 5. Afsluiting
5m

Slide 2 - Tekstslide

Lesverloop
  • lesson up les
  •  vragen
  • workshop

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Welke verbanden zijn er en wat betekenen ze?

Slide 4 - Tekstslide

Signaalwoord
In een verhaal gebruik je signaalwoorden. Het signaalwoord geeft aan welk verband gebruikt wordt.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

tijd                             opsomming
voordat/                  ook/ verder/
vroeger/                  ten eerste/
eerder/                     bovendien/
nadat/daarna       daarnaast/
/later/wanneer/    ten slotte/
intussen/                als laatste/
tijdens/                    vervolgens/
tegelijkertijd         in de eerste 
                                    plaats   
oorzaak en gevolg
want/doordat/daardoor/  waardoor/ dat komt door/ dat heeft alles te maken met/  op grond van/ ten gevolge van/  als gevolg van

Slide 7 - Tekstslide

Het signaalwoord daardoor is een voorbeeld van?

A
tijd
B
opsomming
C
oorzaak en gevolg

Slide 8 - Quizvraag

Waar is dit signaalwoord een voorbeeld van?
Ten eerste
A
tijd
B
opsomming
C
oorzaak en gevolg

Slide 9 - Quizvraag


intussen
A
tijd
B
opsomming
C
oorzaak en gevolg

Slide 10 - Quizvraag

Voorbeeld zinnen: tijd
  • Ik ga naar de sportschool voordat  ik huiswerk maak.
  • Joshua belt zijn moeder nadat hij zijn sollicitatiegesprek heeft gevoerd.
  • Ga jij vanavond een uur eerder naar bed?

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld zinnen: opsomming
  • In de fruitschaal liggen bananen, appels en peren.
  • Dit weekend ga ik voetballen maar ook  naar mijn oma in Hoorn.
  • Fietsen naar mijn werk kost veel tijd, bovendien word ik nat als het regent.

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld zinnen : oorzaak en gevolg
  • Kira liet de hond uit want hij moest erg nodig plassen.
  • Jens vergat zijn wekker te zetten waardoor hij veel te laat op school kwam.
  • Ten gevolge van het ongeluk moest Leah haar scooter drie dagen missen.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het signaalwoord?
Bovendien mag mijn hond heel vaak loslopen

Slide 14 - Open vraag

signaalwoord?
Het meisje valt waardoor haar jas kapot gaat.
A
waardoor: tijd
B
waardoor: oorzaak en gevolg
C
valt: oorzaak en gevolg
D
valt: opsomming

Slide 15 - Quizvraag

Zelfstandige verwerking
Maak de opdrachten in de Portal (trede 21: gesignaleerd)

Slide 16 - Tekstslide