Verkoop 4

Verkoop
Hoe je vrienden maakt en mensen beïnvloedt
Periode 3 Week 4
1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
Ver 1MBOStudiejaar 4

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Verkoop
Hoe je vrienden maakt en mensen beïnvloedt
Periode 3 Week 4

Slide 1 - Tekstslide

Verkoop
Verkoop is het leveren van goederen of diensten aan derden tegen betaling.

De verkoop kan plaatsvinden tussen twee bedrijven (B2B) of tussen een bedrijf en een consument (B2C). 

Slide 2 - Tekstslide

Planning aankomend jaar
Aankomend jaar stappen wij in de wereld van verkoop. We gaan er elke periode dit jaar mee bezig.

In de derde periode  gaan we bezig met dit boek, waarbij we de theorie gaan toepassen op jullie stagebedrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Nut van dit boek?

1. Het vermogen om goed om te gaan met andere mensen vinden mensen belangrijk.

2. We leren het onvoldoende op school.

3. Je vermogen om om te gaan met andere mensen maakt het leven leuker en effectiever.

4. Alleen een sympathiek begrip voor het standpunt van de ander leidt tot een geslaagde omgang met die ander. 

Slide 4 - Tekstslide

Agenda
Week 1: Drie technieken om met mensen om te gaan
Week 2: Zes manieren om jezelf geliefd te maken
Week 3: Zes manieren om jezelf geliefd te maken
Week 4: Twaalf stappen om mensen te overtuigen
Week 5: Twaalf stappen om mensen te overtuigen
Week 6: Twaalf stappen om mensen te overtuigen
Week 7: Negen manieren om mensen te veranderen
Week 8: Negen manieren om mensen te veranderen
Week 9: Inleveren opdrachten

Slide 5 - Tekstslide

Nut van de les

Aan het einde van de les..

Leer je vier technieken om mensen te overtuigen.

Slide 6 - Tekstslide

Je kunt meer vrienden maken in twee maanden door geïnteresseerd te zijn in andere mensen, dan in twee jaar door andere mensen geïnteresseerd te raken in jou!
A
Eens
B
Oneens

Slide 7 - Quizvraag

Een man/vrouw zonder lach moet geen winkel beginnen (oud chinees spreekwoord).
A
Eens
B
Oneens

Slide 8 - Quizvraag

De drie manieren om om te gaan met mensen

Principe 1: Bekritiseer niet, veroordeel niet, klaag niet.

Principe 2: Geef eerlijke en oprechte waardering.

Principe 3: Wek bij de ander een gretig verlangen op.

Slide 9 - Tekstslide

Principe 1: Bekritiseer niet, veroordeel niet, klaag niet.
1. Bekritiseer niet

2. Veroordeel niet

3. Klaag niet

Slide 10 - Tekstslide

Principe 2: Geef eerlijke en oprechte waardering

Slide 11 - Tekstslide

Principe 3: Wek bij de ander een gretig verlangen op.

Slide 12 - Tekstslide

Zes manieren om mensen je aardig te laten vinden (les2)

Principe 1: Wees oprecht geïnteresseerd in andere mensen.

Principe 2: Glimlach

Principe 3: Onthoud dat iemands naam voor hem de liefste en belangrijkste klank is in een taal.

Slide 13 - Tekstslide

Principe 1: 

Wees oprecht geïnteresseerd in andere mensen

Slide 14 - Tekstslide

Principe 2:
 
Glimlach

Slide 15 - Tekstslide

Principe 3: 

Onthoud dat iemands naam voor hem de liefste en belangrijkste klank is in een taal

Slide 16 - Tekstslide

4. Luisteren
Moedig de andere persoon aan om over zichzelf te spreken.

Mensen praten graag.. over zichzelf. Mensen vinden je aardig als je ze de tijd geeft om over zichzelf te praten. 


Slide 17 - Tekstslide

Durf eens gewoon te luisteren
Mensen vinden het heerlijk als iemand goed luistert. 

En dit niet gelijk het gesprek overneemt, met tips komt etc.


Slide 18 - Tekstslide

Spiegelen
Een verliefd stel dat precies dezelfde houding aanneemt, twee boksers die op elkaars schijnbewegingen reageren alsof ze met touwtjes aan elkaar vastzitten. 

Spiegelen betekent dat je de houding of bewegingen van een ander overneemt, bijvoorbeeld tegelijkertijd glimlachen, knikken of een slok uit het glas nemen.

In wezen is spiegelen een kwestie van aandacht. Als je je op andere mensen concentreert, maak je je onwillekeurig aan hen gelijk. 
Je voelt je verbonden met elkaar. Je vind elkaar onbewust aardig.

Slide 19 - Tekstslide

5. Belangstelling tonen
Praat over dingen die de belangstelling hebben van de gesprekspartner. 

Verdiep je in wat de ander leuk vindt.

De relatie krijgt daardoor meer diepgang.

Tip! Bedenk: We praten het liefst over onszelf!

Slide 20 - Tekstslide

6. De ander is belangrijk
Doe anderen aan zoals je wilt dat anderen jou aan doen.

Behandel mensen zoals jij zelf behandelt wilt worden.

Als je gewaardeerd wilt worden, zorg dan dat anderen zich gewaardeerd voelen.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Twaalf manieren hoe je anderen kunt overtuigen (les1/3)

1. Vermijd ruzies en meningsverschillen
2. Toon respect voor de opvattingen van een ander. Zeg nooit: je zit ernaast!
3. Als je ongelijk hebt, geef het dan vlug en nadrukkelijk toe.
4. Begin op een vriendelijke manier.

Slide 23 - Tekstslide

1. Vermijd ruzies en meningsverschillen

Mijd ruzies als de pest

Als je verliest, verlies je. Als je wint, zullen de andere mensen het je kwalijk nemen, dus verlies je. Het is beter om het te vermijden. 

Slide 24 - Tekstslide

Een ruzie valt niet te winnen
Als je wint zal hij je triomf niet in dank afnemen. Je hebt zijn trots gekrenkt. Hij zal de pest aan je hebben.

Je hebt zijn ego gekrenkt. Zijn eigenwaarde. 
Hij gaat je niks gunnen en zal geen zaken met je willen doen.

Slide 25 - Tekstslide

Wat doe jij als een klant terug de winkel in komt om te klagen over een product?

Slide 26 - Open vraag

Voorbeeld: In de winkel
Stel, een klant komt terug met een product en vertelde hier iets nadeligs over. Je weet dat de klant fout zit. Hoe reageer je?

Optie 1: Gaat fel tegen de klant in om je product te verdedigen.

Optie 2: Accepteren wat de klant zegt en samen zoeken naar een oplossing.

Slide 27 - Tekstslide

Budda

Haat wordt nooit beëindigd door haat, maar door liefde.

Slide 28 - Tekstslide

Opdracht
Stel jij hebt een meningsverschil met een ''boze klant'' in de winkel. Wat ga je doen om ervoor ze zorgen dat de klant niet bozer wordt?

Slide 29 - Tekstslide

Beste manier om verschil van mening niet te vergroten:

1. Wees blij met een verschil van mening (kans om het beter te doen in de toekomst)
2. Onderdruk je eerst instinctieve indrukken.
3. Beheers je drift.
4. Luister eerst.
5. Zoek naar punten van overeenstemming.
6. Weer eerlijk en beken ongelijk/vergissingen.
7. Zoek samen naar een oplossing.
8. Bedank de tegenpartij dat hij naar je toe is gekomen.
9. Controleer of de klant tevreden is met zijn oplossing.

Slide 30 - Tekstslide

2. Toon respect voor de opvattingen van een ander. 
Zeg nooit: je zit ernaast!


Als je iemand vertelt dat hij ongelijk heeft, zal hij je dat onmiddellijk kwalijk nemen

Zelfs als je gelijk hebt, kunnen ze je ongelijk willen bewijzen omdat je hun trots hebt gekrenkt.

Slide 31 - Tekstslide

Opdracht
Bekijk de volgende video. Hoe zou jij op de volgende klant reageren?

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Nooit iemand rechtstreeks tegen spreken

Als iemand beweert at naar jouw mening fout is (zelfs als je zelf beter weet) dan is het beter om te zeggen:

Nee, maar dat wist ik niet. 

Zeg dat je graag de feit wil corrigeren.

Gebruik de volgende zin: ''Ik kan het mis hebben'', ik heb het wel vaker bij het verkeerde eind''. Laten we de feiten eens bekijken. 

Slide 34 - Tekstslide

Dus reactie op de film
Ga er niet tegen in:

Dus, in plaats daarvan, zeg iets als: "Nou, kijk, ik dacht anders, maar ik kan het mis hebben. Dat heb ik vaak. En als ik het mis heb, wil ik dat rechtgezet zien. Laten we de feiten onderzoeken."


Als je iets moet bewijzen, doe het dan subtiel.

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

3. Als je ongelijk hebt, geef het dan vlug en nadrukkelijk toe.

Het is gemakkelijker je fouten toe te geven dan ze te proberen te verdedigen. 

De andere persoon zal de behoefte voelen om een welwillende vergever te zijn in plaats van een tegenstander.

Slide 37 - Tekstslide

Fouten toegeven
Het is gemakkelijker je fouten toe te geven dan ze te proberen te verdedigen.
   

De andere persoon zal de behoefte voelen om je dan te vergeven in plaats van een tegenstander te zijn.

Slide 38 - Tekstslide

Opdracht
Stel je hebt een fout gemaakt in de winkel..

1. Hoe los je dit op met de klant? 
2. Hoe kan je ervoor zorgen dat de klant ondanks de klacht weer terug komt?

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video

4. Begin op een vriendelijke manier

Slide 41 - Tekstslide

Vriendelijkheid
Met een druppel honig vang je meer vliegen dan met een liter azijn.

Slide 42 - Tekstslide

Voorbeeld: Huurbaas
Carnegie vertelt het verhaal van een man die zijn huur wilde verlagen.
  

Deze man begon niet tegen zijn huisbaas te klagen over hoe hoog de huur was, hij begon te praten over hoe leuk hij het appartement vond en hoe goed zijn huisbaas het huis beheerde. Hij zei dat hij graag zou blijven, maar dat hij het zich niet kon veroorloven.
De huisbaas bood onmiddellijk aan om de huur te verlagen.

Dat is waarom een druppel honing meer vliegen vangt dan een gallon gal. Laat je humeur niet oplopen en val de ander niet aan. Begin in plaats daarvan op een vriendelijke manier.


Slide 43 - Tekstslide

Blijdschap is macht
Niemand laat zich ertoe dwingen om het met jou of mij eens te zijn. 

Maar als wij het vriendelijke of zachtaardig aanpakken, kunnen we de andere er misschien toe brengen.

Slide 44 - Tekstslide

Opdracht
Probeer elkaar iets te verkopen. Kies zelf een product uit. Zorg dat de klant in een positief humeur komt. 

Let ook op je lichaamshouding en die van de klant!

Slide 45 - Tekstslide

Doel van de les behaald?

Aan het einde van de les..

Leer je vier technieken om mensen te overtuigen.

Slide 46 - Tekstslide

Challenge week 4
Pas de volgende vier technieken op stage of werk toe:

1. Vermijd ruzies en meningsverschillen.
2. Toon respect voor de opvattingen van een ander. Zeg nooit: je zit ernaast!
3. Als je ongelijk hebt, geef het dan vlug en nadrukkelijk toe.
4. Begin op een vriendelijke manier.

Maak van alle principes een kort verslag van minimaal 200 woorden wat je gedaan hebt en wat er vervolgens gebeurde.

Slide 47 - Tekstslide

Challenge week 3
Pas de volgende drie technieken op stage of werk toe:

Principe 4: Luisteren

Principe 5: Belangstelling tonen

Principe 6: Geef de ander het gevoel dat hij belangrijk is en doe het oprecht 

Maak van alle principes een kort verslag van minimaal 200 woorden wat je gedaan hebt en wat er vervolgens gebeurde.

Slide 48 - Tekstslide

Challenge week 2
Pas de volgende drie technieken op stage of werk toe:

Principe 1: Wees oprecht geïnteresseerd in andere mensen.

Principe 2: Glimlach

Principe 3: Onthoud dat iemands naam voor hem de liefste en belangrijkste klank is in een taal.

Maak van alle principes een kort verslag van minimaal 200 woorden wat je gedaan hebt en wat er vervolgens gebeurde.

Slide 49 - Tekstslide

Challenge week 1
Pas de volgende twee technieken op stage of werk toe:

Principe 1: Bekritiseer niet, veroordeel niet, klaag niet.
Principe 2: Geef eerlijke en oprechte waardering.

Maak van beide principe een kort verslag van minimaal 200 woorden wat je gedaan hebt en wat er vervolgens gebeurde.

Slide 50 - Tekstslide

Mensen overtuigen met vriendelijkheid

1. Stel vragen waarop mensen alleen met ja kunnen antwoorden. (Ja=:) nee=:( voor humeur)
2. Begin dus altijd met punten waarover je het beide eens bent- en blijf daarop hameren.
3. Als vervolgens in een gesprek een ''nee'' naar voren komt wordt het lastig omdat iemand in een defensieve houding komt.

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Tekstslide

Boek: How to win friends
Boek: Lichaamstaal

Slide 53 - Tekstslide

https://www.slideshare.net/harrydonker/hoe-je-vrienden-maakt-en-mensen-beinvloedt-23-dec-2014-college-1-en-2

Slide 54 - Tekstslide