3Hb Schrijven volgens tekststructuren

Goedemorgen 3Hb!
Programma:

  • Nakijken huiswerk
  • Uitleg nieuwe theorie
  • Quiz tekststructuren
  • Afsluiting & huiswerk
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen 3Hb!
Programma:

  • Nakijken huiswerk
  • Uitleg nieuwe theorie
  • Quiz tekststructuren
  • Afsluiting & huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht 2 en 3 nakijken!

Slide 2 - Tekstslide

Schrijven volgens tekststructuren

Slide 3 - Tekstslide

     Waarom?


Een tekst is beter te begrijpen als de schrijver een duidelijk plan heeft. Kortom: je boodschap komt beter over!

Slide 4 - Tekstslide

Lees deze theorie nu nog een keer:

Slide 5 - Tekstslide

Welke tekststructuur past het beste bij het volgende onderwerp?
Het Coronavirus in Nederland
A
probleem-en-oplossingstructuur
B
verschijnsel-en-verklaringstructuur
C
verschijnsel-en-besprekingstructuur

Slide 6 - Quizvraag

Welke tekststructuur past het beste bij het volgende onderwerp?
Onderwijs op afstand
A
Probleem-en-oplossingstructuur
B
verschijnsel-en-verklaringstructuur
C
verschijnsel-en-besprekingstructuur

Slide 7 - Quizvraag

Welke tekststructuur hierbij?Contactverbod als maatregel om het Coronavirus de baas te worden
A
probleem-en-oplossingstructuur
B
verschijnsel-en-verklaringstructuur
C
verschijnsel-en-besprekingstructuur

Slide 8 - Quizvraag

Voorbeeld van een tekst door een leeftijdsgenoot geschreven


Lees de tekst eerst helemaal door

Slide 9 - Tekstslide

timer
7:00

Slide 10 - Tekstslide

De inleiding; een beschrijving van het probleem of een verschijnsel? 

Slide 11 - Tekstslide

De inleiding; een beschrijving van het probleem of een verschijnsel?

Slide 12 - Open vraag



De kern: verschillende verklaringen voor het verschijnsel of een bespreking van de verschillende kanten van het verschijnsel?

Slide 13 - Tekstslide

De kern: verschillende verklaringen voor het verschijnsel of een bespreking van de verschillende kanten van het verschijnsel?

Slide 14 - Open vraag

Het slot: een samenvatting of een aanbeveling?

Slide 15 - Tekstslide

Het slot: samenvatting of een aanbeveling?

Slide 16 - Open vraag

Dus… welke tekststructuur heeft deze schrijver gebruikt?
A
probleem-en-oplossingstructuur
B
verschijnsel-en-verklaringstructuur
C
verschijnsel-en-besprekingstructuur

Slide 17 - Quizvraag

Conclusie:
Vooraf schatten we in dat de over dit onderwerp een verschijnsel-en-verklaringstructuur het meest logisch zou zijn. Deze schrijver heeft een andere tekststructuur gebruikt. Het is een duidelijke en goede tekst geworden! Prima keuze dus.

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk:
Opdracht 4 en 5 op blz. 128 en 129

Slide 19 - Tekstslide