Maatwerk wiskunde 4-12-23

Wiskunde 1 basis
Hoofdstuk 3 en hoofdstuk 9
- afronden
- positieve en negatieve getallen
- rekenen met negatieve getallen
- groter en kleiner dan
1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wiskunde 1 basis
Hoofdstuk 3 en hoofdstuk 9
- afronden
- positieve en negatieve getallen
- rekenen met negatieve getallen
- groter en kleiner dan

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

AFRONDEN
Decimaal= getal achter de komma
kijk naar het decimaal dat je wilt weghalen
5 of hoger, wordt het cijfer ervoor 1 hoger
4 of lager, dan verandert het cijfer ervoor niet.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

decimaal is 5 of hoger dan?
A
cijfer ervoor gaat weg
B
cijfer ervoor wordt hoger
C
decimaal wordt hoger
D
decimaal gaat weg

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geld heeft ..... decimalen
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4,7 is afgerond op geheel getal?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

12,609 is afgerond op twee decimalen?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

2,673 is afgerond op twee decimalen?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

47,34 is afgerond op één decimaal?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

10,34 is afgerond op een geheel getal?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

15,764 is afgerond op twee decimalen?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

34,93 afgerond op een heel getal

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt dit bedrag afgerond bij contante betaling?
€2.89

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Positieve en negatieve getallen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem twee positieve getallen

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Noem twee negatieve getallen

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn positieve getallen?
Positieve getallen zijn getallen die boven nul liggen. Bijvoorbeeld: 1, 2, 3, 4, 5, enz.

Slide 16 - Tekstslide

Leg uit wat positieve getallen zijn en geef voorbeelden.
Wat zijn negatieve getallen?
Negatieve getallen zijn getallen die onder nul liggen. Bijvoorbeeld: -1, -2, -3, -4, -5, enz.

Slide 17 - Tekstslide

Leg uit wat negatieve getallen zijn en geef voorbeelden.
Waarom zijn positieve en negatieve getallen belangrijk?
Positieve en negatieve getallen worden bijvoorbeeld gebruikt als we het over temperatuur hebben. 

Slide 18 - Tekstslide

Leg uit waarom het belangrijk is om positieve en negatieve getallen te begrijpen en hoe ze worden gebruikt.
Hoe worden positieve en negatieve getallen weergegeven?
Positieve getallen worden vaak weergegeven 
zonder een teken voor het getal. 

Negatieve getallen worden vaak voorafgegaan 
door een min-teken (-).

Slide 19 - Tekstslide

Leg uit hoe positieve en negatieve getallen worden weergegeven en geef voorbeelden.
Welke getallen uit de lijst zijn negatief?
A
-4
B
8
C
-8
D
5

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke getallen uit de lijst zijn positief?
A
-8
B
6
C
-5
D
-103

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe worden positieve en negatieve getallen toegepast?
Positieve en negatieve getallen worden gebruikt om verschillen te benadrukken, zoals winst en verlies, en ook temperatuurverschillen.

Slide 22 - Tekstslide

Leg uit hoe positieve en negatieve getallen worden toegepast in het echte leven en geef voorbeelden.
Wat voor getal is het getal '0'?
A
Positief getal
B
Negatief getal
C
Zowel positief als negatief getal
D
Niet positief en ook niet negatief

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Positieve getallen
Negatieve getallen
2
-4
3490
-42412
0
439
-1

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tegengestelde getallen zijn getallen die even ver van nul af liggen.


-4                -->                      4

-0,5                    -->                       0,5

90                     -->                     -90

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tegengestelde getallen

7
A
6
B
8
C
-7
D
0

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tegengestelde getallen

-3
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

-4,5
-3,3
-1,5
1,1
2,8

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het tegengestelde getal van -7,8?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rekenen met negatieve getallen

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil?
-3 graden en 5 graden

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil?
-2 graden en 7 graden

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil?
-4 graden en 8 graden

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil?
3 graden en -8 graden

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

-10 - 6 =

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

5 - 6 =

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

-5 + 8 =

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

-2 - 7 =

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

-9 + 5 =

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

-1 - 6 =

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

5 - 9 =

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

-5 + 13 =

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

2 - 7 =

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

9 - 15 =

Slide 45 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Groter dan en kleiner dan
Kleine puntje wijst altijd naar het laagste getal. 

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

< of >?
3 ... -4

Slide 48 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

< of >?
-9 ... -5

Slide 49 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

< of >?
1 ... -5

Slide 50 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

< of >?
-19 ... -15

Slide 51 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

< of >?
0 ... 5

Slide 52 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

< of >?
1,1 ... -1,5

Slide 53 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

< of >?
-9 ... -5

Slide 54 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies