hv1 - start grammatica woordsoorten



Welkom!


Pak je spullen:
  • lesboek + schrift
  • pen of potlood
  • je eigen leesboek

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les



Welkom!


Pak je spullen:
  • lesboek + schrift
  • pen of potlood
  • je eigen leesboek

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammatica - woordsoorten
De komende periode gaan we aan de slag met grammatica
we leren over diverse woordsoorten

Je gaat leren over:
  • zelfstandige naamwoorden en lidwoorden
  • bijvoeglijk naamwoord
  • persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
  • voorzetsels en bijwoordelijke bepaling


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van deze periode:
  • kun je elk woord in een zin benoemen

Aan het einde van deze les:
  • herken je zelfstandig naamwoorden, lidwoorden én bijvoeglijk naamwoorden.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zinsontleding

Je kunt een zin in stukken hakken. 
Elk stuk heeft een andere functie in de zin.

Ik ga naar de supermarkt.
Ik -> wie doet iets?
ga -> wat wordt er gedaan?
naar de supermarkt -> waar is het?
Woordsoorten

Een zin bestaat uit verschillende soorten woorden. 

Elk woord in de zin geven we een andere naam. 
We noemen dit ook wel taalkundig ontleden. 


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even denken!
  • Lidwoorden
Welke lidwoorden ken je? 

  • Zelfstandig naamwoorden
Denk goed na! Waar denk je hierbij aan? 

  • Bijvoeglijk naamwoorden
Ook hier. Wat zijn dit? Misschien kunnen jullie al voorbeelden noemen?
timer
4:00

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lidwoorden
Je kent drie lidwoorden:
  • de 
  • het 

Een lidwoord komt altijd voor een zelfstandig naamwoord.
Er zijn bepaalde en onbepaalde lidwoorden
Bepaald = de + het. Geven iets aan dat duidelijk is.
Onbepaald = een. Geven iets algemeens aan. 

  • een

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig naamwoord
Een zelfstandig naamwoord is een
  • mens
  • dier
  • plant

Je kunt er vaak een meervoud van maken en het woord verkleinen. 
Eigennamen zijn ook zelfstandig naamwoorden. Dus: Anne, Heerhugowaard, Huygens College

  • ding
  • gevoel

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord
  • zegt iets over het zelfstandig naamwoord

Staat meestal voor het zelfstandig naamwoord
Kent 'trappen van vergelijking' (mooi-mooier-mooist)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Wat? Maak in de online methode bij de Brug de opdrachten van 
grammatica woordsoorten.
Hoe? Op je laptop. 
Hulp? Dit kan je! Lees de theorie goed door. 
Vraag je buur of steek je hand op als het écht niet lukt. 
Tijd? 30 minuten
Uitkomst? Je oefent zelfstandig met de woordsoorten.
Klaar? Kom een puzzel bij me halen. 

Slide 12 - Tekstslide

par 4 opdracht 1, 2 + 3
par 6 opdracht 1, 2 + 3
par 8 opdracht 1 + 2
par 10 opdracht 2 + 4
par 12 opdracht 3 + 4

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even terugblikken
Aan het einde van deze les:
herken je zelfstandig naamwoorden, lidwoorden én bijvoeglijk naamwoorden.

  • Noteer op de post-it van elke woordsoort één voorbeeld en maak een zin met deze woordsoorten. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hv1 - start grammatica woordsoorten

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies