1. Infinitief (hele werkwoord)
De infinitief (inf) is een vorm die niet kan veranderen. Je kunt de infinitief ook kennen als het ‘hele werkwoord’, of de ‘woordenboekvorm’. De infinitief komt vaak voor in zinnen met hulpwerkwoorden als kunnen, moeten, willen, zullen.
Een werkwoord achter het voorzetsel te is altijd een infinitief. Voorbeeld:
– Amy’s huisarts wilde haar geen slaappillen voorschrijven.
– In de voortuin staat de buurjongen zijn Vespa te poetsen.