Past simple : was/were

What do think of when we say 'past'?
1 / 16
volgende
Slide 1: Woordweb
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

What do think of when we say 'past'?

Slide 1 - Woordweb

Lesson goals 
After today's lesson I.... 

- Know what the past simple is; 
- Know when to use was/were 
- Know how to use was/were

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer gebruiken we de past simple?
A
Om over de toekomst te praten
B
Om te praten over afgelopen gebeurtenissen uit het verleden.
C
Om over het heden te praten
D
Om te praten over een gebeurtenis die nog niet is afgelopen uit het verleden.

Slide 3 - Quizvraag

Past simple 
We gebruiken de past simple wanneer we het hebben over acties die in het verleden zijn gebeurd en die klaar zijn. 

Example 
I walked to school yesterday. 
They were at school last Friday.

Slide 4 - Tekstslide

Past simple: was/were 
Verleden tijd van 'to be'. Het betekent was of waren. 


I, he, she, it 
was 
You, we, they
were
I, he, she, it 
wasn't 
You, we, they 
weren't 
Positive (+)
Negative (-)

Slide 5 - Tekstslide

Past simple: was/were 
De verleden tijd van: there is(n't)  / there are(n't) = 
There was(n't) / There were(n't)
There was a lot of rain yesterday.      


                                              There weren't any interesting shows on  TV last night.                          
Positive (+)
Negative (-)

Slide 6 - Tekstslide

Pick the right answer
We ______ at the zoo.
A
was
B
were
C
is

Slide 7 - Quizvraag

Pick the right answer
I ______ at the zoo.
A
was
B
were
C
is

Slide 8 - Quizvraag

Pick the right answer
She _______ (not) hungry.
A
was
B
wasn't
C
were
D
weren't

Slide 9 - Quizvraag

Pick the right answer
They _______ (not) hungry.
A
was
B
wasn't
C
were
D
weren't

Slide 10 - Quizvraag

Pick the right answer
There _______ a lot of sunshine last Sunday.
A
was
B
wasn't
C
were
D
weren't

Slide 11 - Quizvraag

Pick the right answer
There _______ any good movies at the cinema last weekend.
A
was
B
wasn't
C
were
D
weren't

Slide 12 - Quizvraag

Signaalwoorden past simple 

yesterday, last weekend, a minute ago, this morning, a year ago

Alle woorden die aangeven dat iets in het verleden gebeurde.

 


Slide 13 - Tekstslide

Bedenkt een vraagzin in het Engels waarbij je was/were gebruikt.

Slide 14 - Open vraag

Type on signal word used in the past simple.

Slide 15 - Woordweb

Homework 

Slide 16 - Tekstslide