Bedrijfseconomie budgetteren

Wat is een doelstelling?
1 / 31
volgende
Slide 1: Open vraag
Economie & OndernemenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat is een doelstelling?

Slide 1 - Open vraag

Een doelstelling:
Een doelstelling geeft aan wat je wilt bereiken binnen een vooraf gestelde periode.

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn kortetermijnplanningen?

Slide 3 - Open vraag

Korte termijnplanningen
Planningen die te maken hebben met doelen die binnen een jaar gerealiseerd moeten zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn middellangetermijnplanningen?

Slide 5 - Open vraag

 middellangetermijnplanningen
Planningen die te maken hebben met doelen die tussen de één en drie jaar gerealiseerd moeten zijn.

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn langetermijnplanningen?

Slide 7 - Open vraag

langetermijnplanningen
Planningen die te maken hebben met doelen die na drie jaar of langer gerealiseerd moeten zijn.

Slide 8 - Tekstslide

Een doelstelling:
A
geeft aan wat je mag bereiken binnen een vooraf vastgestelde periode
B
geeft aan wat je wilt bereiken binnen een vooraf vastgestelde periode
C
geeft aan wat je moet bereiken binnen een vooraf vastgestelde periode

Slide 9 - Quizvraag

Langetermijnplanningen hebben te maken met doelen die gerealiseerd moeten zijn:
A
binnen één jaar
B
binnen één tot drie jaar
C
na drie jaar

Slide 10 - Quizvraag

Als je een planning vertaalt in geldbedragen, spreek je van een:
A
begroting
B
budget
C
doelstelling

Slide 11 - Quizvraag

Een overzicht van de vermoedelijke uitgaven en inkomsten voor de komende periode is een:
A
begroting
B
budget
C
doelstelling

Slide 12 - Quizvraag

Als de verantwoordelijke een begroting heeft goedgekeurd, spreek je van een:
A
planning
B
budget
C
doelstelling

Slide 13 - Quizvraag

Wanneer spreek je van begroten

Slide 14 - Open vraag

Wanneer spreek je van begroten
Als je de planning vertaal in geldbedragen

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een begroting nou eigenlijk?

Slide 16 - Open vraag

Wat is een begroting?
Een begroting is een overzicht van de vermoedelijke uitgaven en inkomsten voor de komende periode.

Slide 17 - Tekstslide

Wanneer spreek je van een budget?

Slide 18 - Open vraag

Wanneer spreek je van een budget?
Als de verantwoordelijke een begroting goedkeurt.

Slide 19 - Tekstslide

Wat is budgetteren?

Slide 20 - Open vraag

Wat is budgetteren?
Budgetteren is vaststellen hoe hoog bepaalde kosten mogen zijn.

Slide 21 - Tekstslide

Hoe noem je alle budgetten van de organisatie bij elkaar?

Slide 22 - Open vraag

Hoe noem je alle budgetten van de organisatie bij elkaar?
Masterbudget

Slide 23 - Tekstslide

Boost BV moet 43 producten verkopen  voor een verkoopprijs van €24,95. 
Bereken voor Boost BV het omzetbudget

Slide 24 - Tekstslide

Berekening
Het omzetbudget bedraagt 43 x € 24,95 = € 1.072,85

Slide 25 - Tekstslide

Frank moet 65 producten verkopen voor een verkoopprijs van € 34,50.
Bereken voor Frank het omzetbudget.

Slide 26 - Tekstslide

Berekening
Het omzetbudget bedraagt 65 x € 34,50 = € 2.242,50

Slide 27 - Tekstslide

Joost moet op maandag 18 producten verkopen voor een verkoopprijs van € 119,95.
Bereken voor Joost het omzetbudget van maandag

Slide 28 - Tekstslide

Berekening
Het omzetbudget bedraagt 18 x € 119,95 = € 2.159,10

Slide 29 - Tekstslide

Margot moet op vrijdag 67 producten verkopen voor een verkoopprijs van € 9,95, 43
producten voor een verkoopprijs van € 12,50 en 48 producten voor een verkoopprijs
van € 19,95.
Bereken voor Margot het omzetbudget

Slide 30 - Tekstslide

Berekening
Het omzetbudget bedraagt:
67 x € 9,95 = € 666,65
43 x € 12,50 = € 537,50
48 x € 19,95 = € 957,60 +
€ 2.161,75

Slide 31 - Tekstslide