komma:
wanneer je twee zinnen samenvoegt tot een nieuwe (langere) zin. Die komma staat dan:
tussen twee persoonsvormen:
– Wie voor het eerst een pad optilt, vindt dat wel een beetje eng.
voor voegwoorden zoals maar, omdat, terwijl, want, zodat:
– Padden komen ’s avonds in beweging, omdat ze dan betere overlevingskansen
Zet (in het algemeen) geen komma voor en en of.
voor (en na) een deel van een zin dat niet zelfstandig kan staan:
– De pad eet vooral insecten, die hij vangt met zijn tong.
tussen de delen van een opsomming (maar niet voor en):
– Vrijwilligers hebben dit voorjaar al meer dan vijfhonderd padden, kikkers en salamanders geholpen bij het oversteken van gevaarlijke wegen.