In deze paragraaf leren we verschillende argumenten kennen en gebruiken
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2
In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
4.1 Fictie
In deze paragraaf leren we verschillende argumenten kennen en gebruiken
Slide 1 - Tekstslide
Mening over een boek
- realistische argumenten
-emotieve argumenten
- morele argumenten
Slide 2 - Tekstslide
Even iets heel anders: waar zijn we gebleven in het leesboek? Wat weten we nog?
Slide 3 - Woordweb
UITLEG
Geloofwaardigheid: realistisch argument
'meeleefbaarheid': emotief argument
Overtuigingen en ideeën: moreel argument
Slide 4 - Tekstslide
1. Realistisch argument
Is het verhaal geloofwaardig, komen de personages levensecht over, zijn de gebeurtenissen voorstelbaar?
Slide 5 - Tekstslide
2. Emotief argument
Grijpt het verhaal je aan, leef je mee met de personages?
Slide 6 - Tekstslide
3. Moreel argument
Ben je het eens met de ideeën van het boek?
Slide 7 - Tekstslide
Welk argument is dit: Ik vond de hoofdpersoon niet geloofwaardig, hij was namelijk alleen maar heldhaftig en had geen enkele andere eigenschap.
A
moreel
B
emotief
C
realistisch
D
geen idee
Slide 8 - Quizvraag
Welk argument is dit: De hoofdpersoon vindt het blijkbaar normaal om anderen uit te schelden, en daarom vond ik het vervelend om over dit personage te lezen.