Op de speelplaats worden drie jongens betrapt op roken. De leerkracht gaat naar het groepje toe en straft hen. Bart zegt op een beleefde manier dat hij niet gerookt heeft, maar wel bij het groepje stond. Stephan zegt: “Dat is nu altijd hetzelfde. Ik heb dat wel nodig, hè. Anders ben ik niet rustig. Ik moet mijn sigaret hebben, en daarbij, jij hebt niks gezien”. Finn aanvaardt zijn straf en zegt niets, want hij heeft gerookt. Een groep meisjes en goede vriendinnen van deze jongens hebben de situatie gezien op de speelplaats. Ze blijven staan en kijken toe.