In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Krachten
Slide 1 - Tekstslide
Soorten Krachten
Slide 2 - Woordweb
Soorten KRACHTEN
- Zwaarte kracht
- Spierkracht
- Veerkracht
- Spankracht
- Magnetische krachten
Fz=m.g
Fz
Fspi
Fv
Fspa
Fm
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Effect van Krachten
Krachten kun je niet zien maar wel voelen, de effecten van krachten kunnen we wel zien.
Beweging, Snelheid, Richting en Vorm
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Slide 7 - Tekstslide
Zwaartekracht
Aangrijpingspunt
De zwaartekracht
werkt vanuit het zwaartepunt.
Het zwaartepunt is dus het aangrijpingspunt van de zwaartekracht.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Uitrekking
Uitrekking gaat gelijk op met de kracht op de veer.
Daarom is een veer erg handig om krachten te meten: als je de uitrekking meet, dan weet je hoe groot de kracht is.
Slide 10 - Tekstslide
1. wel zwaartekracht, geen veerkracht.
2. zwaartekracht en een klein beetje veerkracht.
3. veerkracht groter dan zwaartekracht
4. zwaartekracht en veerkracht gelijk.
Slide 11 - Tekstslide
Welke kracht kun je zien bij het bungee jumpen?
A
Zwaarte kracht
B
Veerkracht
C
Beide zijn goed
D
Beide zijn fout
Slide 12 - Quizvraag
Krachten teken we met een pijl, dit noemen wij een.....
A
Vector
B
Krachtpijl
C
Newtonpijl
D
Geen van drie is goed
Slide 13 - Quizvraag
Hoe noemen we punt B
A
Punt B
B
Startpunt
C
Aangrijpingspunt
D
Zwaartepunt
Slide 14 - Quizvraag
Wat voor soort Veer gebruik je in een krachtmeter als je een zwaar voorwerp weegt?
Slide 15 - Open vraag
Wat voor soort veer gebruik je in een krachtmeter als je een zwaar voorwerp weegt?
A
Slappe veer
B
Stugge veer
Slide 16 - Quizvraag
Zwaartekracht
De zwaartekracht is de kracht die de aarde uitoefent op voorwerpen. Door de zwaartekracht valt alles naar beneden.
Fz = m * g
g = 10 N/kg
Slide 17 - Tekstslide
Een zak aardappels van 50 kg heeft een gewicht van ........ N
A
250
B
500
C
200
D
400
Slide 18 - Quizvraag
Op een voorwerp van 3,5 kg werkt de zwaartekracht. Hoe groot is de zwaartekracht?
A
0,35 N
B
3,5 N
C
35 N
D
350 N
Slide 19 - Quizvraag
Op een voorwerp van 200 g werkt de zwaartekracht. Hoe groot is de zwaartekracht?
A
0,2 N
B
2 N
C
20 N
D
2000 N
Slide 20 - Quizvraag
Zwaartekracht meet je in......
A
Kg
B
m/s^2
C
N
D
Fz
Slide 21 - Quizvraag
De zwaartekracht van de meneer is...
A
12,8 N
B
100 N
C
780 N
Slide 22 - Quizvraag
Netto kracht:
Krachten in dezelfde richting tel je bij elkaar op.
Krachten in tegengestelde richting trek je van elkaar af.
Evenwicht:
Evengroot
Tegengestelde richting
In elkaars verlengde
Begrip Nettokracht
De kracht die hetzelfde resultaat heeft als het resultaat van meerdere krachten die samen werken op 1 voorwerp. Ander woord voor Nettokracht is resultante of somkracht.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Krachten in dezelfde richting....
A
Trek je van elkaar af
B
Tel je bij elkaar op
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Open vraag
Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat de hefboom wet inhoud.
Aan het einde van de les kun je berekeningen uitvoeren aan de hand van een formule die bij de hefboomwet hoort.