De situaties die je in de figuren 1, 2 en 3 ziet, lijken veel op elkaar. Er zijn steeds twee krachten die evenwicht maken. Daarvoor moet aan drie voorwaarden zijn voldaan:
• de krachten zijn even groot;
• de krachten hebben een tegengestelde richting;
• de krachten werken langs dezelfde lijn (in elkaars verlengde).