Rekenen afronden

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
  • Je rondt het getal af op de tientallen.
  • je rondt het getal af op de honderdtallen.
  • je rondt get getal af op de duizendtallen...
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenISKPraktijkonderwijs

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
  • Je rondt het getal af op de tientallen.
  • je rondt het getal af op de honderdtallen.
  • je rondt get getal af op de duizendtallen...

Slide 1 - Tekstslide

Afronden 
Getallen worden afgerond volgens vaste afspraken.

Een cijfer van 5 of hoger wordt naar boven afgerond.
Een cijfer lager dan een 5 wordt naar beneden afgerond.


Slide 2 - Tekstslide

Afronden
cijfers 0 1 2 3 4: naar beneden afronden. Er gebeurt niets met het cijfer. 
Voorbeeld: 21 afronden op tientallen. 
1.Waarop rond je af ?
(tientallen 2)
2.Kijk naar rechts     rond je naar boven of beneden of?
21 wordt 20. 

Slide 3 - Tekstslide

Afronden

Afronden op tientallen: 
84 wordt 80.
144 wordt 140.
5.672 wordt 5.670. 

Slide 4 - Tekstslide

afronden

Afronden op hondertallen: 
844 wordt ....
1.442 wordt ....
56.723 wordt .... 

Slide 5 - Tekstslide

Afronden

Afronden op duizendtallen: 
6.241 wordt .....
70.193 wordt .....
941.305 wordt .....

Slide 6 - Tekstslide

Rond 93 af op een tiental.

Slide 7 - Open vraag

Rond 424 af op een tiental.

Slide 8 - Open vraag

Rond 7368 af op een duizendtal.

Slide 9 - Open vraag

Afronden
cijfer 5 6 7 8 9: naar boven afronden. Het cijfer dat je laat staan wordt 1 meer. 

Slide 10 - Tekstslide

afronden
56 afronden op tientallen wordt 60
839 afronden op tientallen wordt 840
773 afronden op hondertallen wordt 800
9.525.723 afronden op duizendtallen wordt 9.526.000


Slide 11 - Tekstslide

Rond 66 af op tientallen.
A
60
B
65
C
70
D
66

Slide 12 - Quizvraag

Rond 99 af op tientallen.
A
100
B
90
C
99
D
95

Slide 13 - Quizvraag

Rond 675 af op tientallen.
A
600
B
680
C
670
D
700

Slide 14 - Quizvraag

Rond 222 af op hondertallen.
A
200
B
220
C
300
D
222

Slide 15 - Quizvraag

Rond 1.015 af op hondertallen.
A
1.000
B
1.100
C
1.015
D
1.020

Slide 16 - Quizvraag

Rond 1.098.215 af op duizendtallen.
A
1.099.000
B
1.098.000
C
1.100.000
D
1.098.200

Slide 17 - Quizvraag