Hoofdstuk 2. opdracht 2.01a. blz. 174
De cel
De kleinst levende bouwsteen of éénheid van een organismen is de cel. De cel leeft, vertoont dus levenskenmerken als voeden, uitscheiden, ademen, groeien en voortplanten.
Weefsels
Cellen met ongeveer dezelfde vorm en met exact dezelfde functie vormen een weefsel. Het lichaam van de mens is opgebouwd uit vele weefsels. Botweefsel, kraakbeenweefsel, vetweefsel, spierweefsel en zeunuwweefsel zijn zomaar een aantal voorbeelden van weefsels die voorkomen in het lichaam van mens en dier.