Week 2: werkwoordspelling & schrijven

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud van deze les:
Hoe gaat het met je?
Examens:
Schrijven
Lezen 

Slide 2 - Tekstslide


Hoe gaat het met je?
Hoe was stage?

Slide 3 - Tekstslide

Werkwoordspelling
In het filmpje op de volgende dia wordt uitgelegd hoe je alle werkwoorden foutloos kunt spellen. Bekijk het, en pauzeer de video als je de lesstof even wilt laten bezinken. Je kunt natuurlijk ook terugscrollen om een bepaald deel nóg eens te beluisteren. Waarom werkwoordspelling? 
1. Het is een belangrijk onderdeel van schrijven. 
2. Het staat knullig als je een zakelijke tekst schrijft waar spelfouten instaan. 3. Met de spellingcorrector kun je niet alle werkwoordsfouten traceren. 
4. Het examen in leerjaar 3 bestaat voor 1/3 deel uit werkwoordspelling.

Slide 4 - Tekstslide

Werkwoordspelling
Na afloop van het bekijken van het filmpje volgen er wat oefeningen ter verwerking van de lesstof. Succes!

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Wat is de persoonsvorm?
Die politicus heeft dat vaker beweerd.
A
heeft
B
beweerd

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm?
Gelukkig hebben de kinderen lekker kunnen spelen.
A
hebben
B
kunnen
C
spelen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm?
Tom gaat drie keer in de week sporten in de brandende zon.
A
gaat
B
sporten
C
brandende

Slide 9 - Quizvraag

Waar heeft hij die kapotte auto gehuurd?

Tot welke werkwoordsoort behoort het woord 'kapotte'?


A
infinitief (hele werkwoord)
B
persoonsvorm
C
voltooid deelwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 10 - Quizvraag

Wij weten niet of daar nog wat gebeurt.

Tot welke werkwoordsoort behoort het woord 'gebeurt'?
A
infinitief
B
persoonsvorm
C
voltooid deelwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 11 - Quizvraag

Heb jij al gehoord wie hij tot zijn assistent heeft benoemd?

Tot welke werkwoordsoort behoort het woord 'benoemd'?
A
infinitief
B
persoonsvorm
C
voltooid deelwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 12 - Quizvraag

Oefentoets werkwoordspelling
Klik op de link om naar de oefentoets te gaan. Je vult steeds de juiste vorm van het werkwoord in dat tussen haakjes staat. Gebruik de tips van het instructiefilmpje dat je zojuist hebt bekeken. Succes!

Slide 13 - Tekstslide

Zakelijk schrijven
In 'teams' vind je 2 schrijfopdrachten voor week 2. Lees goed wat je moet doen en lever ze uiterlijk aan het einde van deze week in! Vergeet niet om feedback te vragen aan minimaal 1 medestudent.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide