Staal, woordenschat blok 3, les 9

Woordenschat
Blok 3, les 9
Thema klein

Doel: 
Oefenen met de woorden van de week.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WoordenschatBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat
Blok 3, les 9
Thema klein

Doel: 
Oefenen met de woorden van de week.

Slide 1 - Tekstslide

Aan de slag met de woorden

Slide 2 - Tekstslide

Donzig
De eierschaal
Glibberig
Het insect
Het kadetje

Slide 3 - Sleepvraag

kikkerdril
krioelen

het stekje
teer
wortelen

Slide 4 - Sleepvraag

donzig
A
glad en nat
B
heel zacht, met kleine veertjes.
C
nieuwe wortels maken.
D
druk door elkaar bewegen, met heel veel samen.

Slide 5 - Quizvraag

De eierschaal
A
Iets dat niet sterk is. Het gaat snel stuk of het wordt heel snel ziek.
B
Glad en nat
C
De harde buitenkant van een ei.
D
De eitjes van een kikker. Ze liggen in een groep bij elkaar.

Slide 6 - Quizvraag

glibberig
A
Glad en nat
B
Iets dat niet sterk is. Het gaat snel stuk of het wordt heel snel ziek.
C
Een klein, zacht broodje.
D
Heel zacht, met kleine veertjes.

Slide 7 - Quizvraag

Het insect
A
Heel zacht, met kleine veertjes.
B
Een klein dier. Zijn lijf heeft 3 delen namelijk een kop met sprieten, een lijf met 6 poten en een achterlijf.
C
Iets dat niet sterk is. Het gaat snel stuk of het wordt heel snel ziek.
D
Een klein, zacht broodje.

Slide 8 - Quizvraag

Het kadetje
A
Iets dat niet sterk is. Het gaat snel stuk of het wordt heel snel ziek.
B
Een klein dier. Zijn lijf heeft 3 delen namelijk een kop met sprieten, een lijf met 6 poten en een achterlijf.
C
Een stukje van een plant met nieuwe wortels.
D
Een klein, zacht broodje.

Slide 9 - Quizvraag

Kikkerdril
A
De eitjes van een kikker. Ze liggen in een groep bij elkaar.
B
Een stukje van een plant met nieuwe wortels.
C
Heel zacht, met kleine veertjes.
D
Druk door elkaar bewegen, met heel veel samen.

Slide 10 - Quizvraag

Krioelen
A
Een stukje van een plant met nieuwe wortels.
B
Iets dat niet sterk is. Het gaat snel stuk of het wordt heel snel ziek.
C
Druk door elkaar bewegen, met heel veel samen.
D
Nieuwe wortels maken.

Slide 11 - Quizvraag

Het stekje
A
De harde buitenkant van een ei.
B
Een stukje van een plant met nieuwe wortels.
C
Iets dat niet sterk is. Het gaat snel stuk of het wordt heel snel ziek.
D
Nieuwe wortels maken.

Slide 12 - Quizvraag

teer
A
De eitjes van een kikker. Ze liggen in een groep bij elkaar.
B
Een klein dier. Zijn lijf heeft 3 delen namelijk een kop met sprieten, een lijf met 6 poten en een achterlijf.
C
Nieuwe wortels maken.
D
Iets dat niet sterk is. Het gaat snel stuk of het wordt heel snel ziek.

Slide 13 - Quizvraag

wortelen
A
Nieuwe wortels maken.
B
Druk door elkaar bewegen, met heel veel samen.
C
Een stukje van een plant met nieuwe wortels.
D
De eitjes van een kikker. Ze liggen in een groep bij elkaar.

Slide 14 - Quizvraag

Welk woord vind je nog moeilijk om te onthouden?

Slide 15 - Open vraag

We gaan nu de strijd aan in een kahoot!

Dit is een battle dus je speelt alleen!

Ze staan ook in Google Classroom
Staal staal woordenschat thema klein

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

https://kahoot.it/challenge/01386360?challenge-id=af1edbf7-f978-4568-a8d7-7ab8bae9e8a2_1639073986660

Slide 20 - Tekstslide

https://kahoot.it/challenge/08259181?challenge-id=af1edbf7-f978-4568-a8d7-7ab8bae9e8a2_1639074022538

Slide 21 - Tekstslide