*Het linkerwoord eindigt al op -en ->
havengebied, keukentafel.*Het linkerwoord heeft geen meervoud -> rijstepap, tarwebloem.
*Van het linkerwoord is er maar één -> maneschijn, zonnebank.
*Het linkerwoord versterkt het rechterwoord -> beresterk, apetrots.
*Het woord is een ouderwetse samenstelling -> elleboog, nachtegaal.