V4 Literatuur 7: Verlies (klank en ritme)


Welkom 
v4!
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les


Welkom 
v4!

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Wat is er blijven hangen van vorige les? 
  3. Literatuur 7: Verlies (klank en ritme)
  4. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

10 minuten lezen

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een versregel en een zin? Gebruik in je antwoord het begrip enjambement.

Slide 4 - Open vraag

Noem een dichtvorm waarbij het aantal strofen en versregels vastligt.

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Video

Een gedicht zou je eigenlijk hardop moeten lezen.
Waarom denk je?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Video

Welke klanken vallen je op in het voorgedragen gedicht 'De blauwbilgorgel' van Cees Buddingh'?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Lees het couplet van 'Dagen vliegen voorbij' van rapper Lijpe op pagina 146 van je boek.
Wijs van de volgende soorten rijm telkens een voorbeeld aan uit dit couplet: volrijm, eindrijm, assonantie en rijk rijm.
Tip: kijk op pagina 154-155 van je boek voor een overzicht van alle rijmsoorten.

Slide 11 - Open vraag

1

Slide 12 - Video

01:35
Wat voegen klank en ritme voor jou toe aan de letterlijke tekst van de rap nu je 'Dagen vliegen voorbij' hebt beluisterd?

Slide 13 - Open vraag

Rijmschema

Slide 14 - Tekstslide

Bekijk het gedicht De gestorvene op pagina 146 van je boek.
Schrijf het rijmschema op.
Schrijf eveneens de naam van het rijmschema op.

Slide 15 - Open vraag

Metrum
Het ritme in een gedicht.

Goede dichters denken aan het metrum.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

1

Slide 18 - Video

00:45
We luisteren het gedicht 'Blues on Tuesday' nu nog een keer. In het gedicht zit een duidelijk metrum, maar op drie plaatsen wijkt het metrum af. Waar?

Slide 19 - Open vraag

1

Slide 20 - Video

01:20
We luisteren nog eens naar een deel van het gedicht 'Ademgebed' van Martijn Teerlinck. In dit gedicht wordt heel duidelijk gebruik gemaakt van klank. Vooral van associatie met klank, bijvoorbeeld rijdt en tijd. Kun je nog twee voorbeelden aanwijzen?

Slide 21 - Open vraag

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: dinsdag 26 november
  • Huiswerk: -
  • Meenemen: HOOFDboek, laptop en leesboek
  • Programma: beeldspraak aan de hand van gedichten over opgroeien (Literatuur 8)

Slide 22 - Tekstslide