De lidwoorden

De lidwoorden
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

De lidwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Lidwoorden staan voor...
A
meewerkend voorwerp
B
bijvoeglijke naamwoorden
C
lijdend voorwerp
D
zelfstandige naamwoorden

Slide 2 - Quizvraag

Noem de drie Nederlandse lidwoorden

Slide 3 - Open vraag

Welke lidwoorden zijn voor mannelijk enkelvoud?
A
le
B
la
C
les
D
un

Slide 4 - Quizvraag

Welke lidwoorden geven aan dat een woord meervoud is?
A
un
B
les
C
la
D
l'

Slide 5 - Quizvraag

Kies uit: le, la, l' of les
C'est un ami. _____ ami est beau
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 6 - Quizvraag

Kies uit: le, la, l' of les
C'est une piscine. ______ piscine est bleue
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 7 - Quizvraag

Kies uit: un, une of des
Le parc est immense. C'est ______ parc naturel
A
un
B
une

Slide 8 - Quizvraag

Kies uit: un, une of des
La fille est belle. C'est _____ belle fille.
A
un
B
une

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het meervoud van le, la?
A
les
B
l'

Slide 10 - Quizvraag

Zet het volgende woord in het meervoud: le livre

Slide 11 - Open vraag

Zet het volgende woord in het meervoud: l'hôtel

Slide 12 - Open vraag

vervang le, la door un, une

Slide 13 - Tekstslide

La tente est petite.
C'est .........petite tente.

Slide 14 - Open vraag

Le camping est grand.
C'est........grand camping.

Slide 15 - Open vraag

Le chien est grand.
C'est.......grand chien.

Slide 16 - Open vraag

La piscine est grande.
C'est .......grande piscine.

Slide 17 - Open vraag