hst 2 paragraaf 4 "massa en massaverhoudingen"

2.4 massa en massaverhoudingen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.4 massa en massaverhoudingen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt berekeningen maken bij een reactievergelijking op basis van de massaverhouding waarin de stoffen bij de reactie betrokken zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
Herhaling paragraaf 1 t/m 3
Filmpje over paragraaf 4
Uitleg met een stukje herhaling
2 manieren van uitleg voor massaverhoudingen
2 open vragen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Reactievergelijkingen
  • Het aantal deeltjes voor de pijl is gelijk aan het aantal deeltjes na de pijl
  • De massa van alle deeltjes voor de pijl is gelijk aan de massa van alle deeltjes na de pijl

Slide 5 - Tekstslide

Massaverhouding
  1. Stel de reactievergelijking op en maak kloppend (RV)
  2. Geef de molecuulmassa in u (MV = massaverhouding)
  3. Vervang u door de gevraagde eenheid, bijv gram
  4. Gegeven/gevraagd: maak een verhoudingstabel




Slide 6 - Tekstslide

wet van behoud van massa

aluminium (s)   +  zuurstof (g)   --> aluminiumoxide (s)

9  g              +             ?          =                  17 g

?           +           80 kg           =            170 kg

Slide 7 - Tekstslide

wet van behoud van massa

waterstofchloride (g) + ammoniak (g) ->  salmiak (s)

3,6  mg        +      1,7  mg    ->     ......
7,2  kg     +   ............  kg     ->    10,6  kg

Slide 8 - Tekstslide

stoffen reageren met elkaar in een constante massaverhouding

koolstof (s)   +   zuurstof (g).     ->   koolstofdioxide (g)
3   g           :              8  g       ->                                         


Voor elke soort reactie is de massaverhouding anders!!!!!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

aluminium (s)   + zuurstof (g)  -> aluminiumoxide (s)
9 g                  8 g                                             
Hoeveel gram aluminiumoxide ontstaat er?
Hoeveel gram aluminium reageert er met 25 g zuurstof?

aluminium         9              ?     
zuurstof          8            25

Slide 11 - Tekstslide

                           ijzer   +    zuurstof -> ijzeroxide
massaverhouding         3,1      :       1                                                       


Hoeveel zuurstof reageert er met 26 gram ijzer?
Hoeveel gram ijzeroxide ontstaat er dan?




Slide 12 - Tekstslide

Na deze slide komt nog een uitleg om de massa verhouding te berekenen

Slide 13 - Tekstslide

Bereken van de molecuulmassa

Voor de berekening van de molecuulmassa hebben we een Binas nodig. Welke tabel?




Tabel 33 (of 34)

Slide 14 - Tekstslide

Bepaal de massa van Aluminiumoxide

Aluminiumoxide wordt gebruikt om Aluminium te maken.

Wat is de formule van Aluminiumoxide (gebruik Tabel 34)


Al2O3

Slide 15 - Tekstslide

Bepaal de massa van Aluminiumoxide

Door middel van elektrische energie wordt aluminiumoxide omgezet in aluminium en zuurstof.

Wat voor soort reactie is dit?


Noteer het reactieschema.

Electrolyse,  dit is een soort van ontledingsreactie.
Aluminiumoxide --> Aluminium en zuurstof

Slide 16 - Tekstslide

Bepaal de massa van Aluminiumoxide

Welke stof ontstaat er bij de positieve elektrode?



Welke stof ontstaat er bij de negatieve elektrode?

Zuurstof
Aluminium

Slide 17 - Tekstslide

Bepaal de massa van Aluminiumoxide

Schrijf de reactievergelijking op (kloppende reactievergelijking)




Bereken de molecuulmassa van alle drie de deeltjes.

2Al2O3 -> 4Al + 3O2

Al = 27u

O2 = 2 x 16 = 32u

Al2O3 = 92u

Slide 18 - Tekstslide

Berekenening

Bereken hoeveel kg Aluminium ik kan krijgen uit  40,8 kg Aluminiumoxide.

(Dus de gegeven stof is Aluminiumoxide en de gevraagde stof is Aluminium)


Antwoord
20,8 kg.

Slide 19 - Tekstslide

Bereken hoeveel kg ijzer uit 100 kg ijzererts (FeO) gehaald kan worden. Bij de ontleding ontstaat alleen ijzer en zuurstofgas,

Slide 20 - Open vraag

Bereken hoeveel kilo houtskool gewonnen kan worden uit 10 kg hout. Er ontstaat alleen (houts)kool (C) en water. De formule van Hout is
C8H16O8

Slide 21 - Open vraag

huiswerk 
maken hst 2 paragraaf 4 in nova 

Slide 22 - Tekstslide