8.3.1 Rekenen aan verbrandingsreacties

Rekenen aan verbrandingsreacties
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Rekenen aan verbrandingsreacties

Slide 1 - Tekstslide

Welke van de verbrandingsvoorwaarden wordt hier weggenomen?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
(ontbrandings) temperatuur

Slide 2 - Quizvraag

Welke van de verbrandingsvoorwaarden wordt hier weggenomen?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
(ontbrandings) temperatuur

Slide 3 - Quizvraag

Welke van de verbrandingsvoorwaarden wordt hier weggenomen?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
(ontbrandings) temperatuur

Slide 4 - Quizvraag

12
  • a) brandstof, zuurstof en ontbrandingstemperatuur
  • b) B

Slide 5 - Tekstslide

8.3 Rekenen aan verbrandingsreacties

  • Je kunt de massaverhouding bij een chemische reactie bepalen op basis van de moleculaire massa's van de betrokken stoffen. 
  • Je kunt bepalen hoe groot de overmaat bij een chemische reactie is. 

Slide 6 - Tekstslide

massaverhouding in een reactie

  • 2 H2 (g) + O2 (g) --> 2 H2O (g)
  • 2 moleculen waterstof reageert met 1 molecuul zuurstof:
  • De reactievergelijking geeft de verhouding van het aantal deeltjes.

Slide 7 - Tekstslide

Stappenplan om de massaverhouding te bepalen
  • Stap 1: noteer de reactievergelijking 
  • Stap 2: schrijf je gegeven (wat weet je al) en je gevraagd (wat moet je berekenen) op. 
  • Stap 3: bepaal de molecuulmassa's (van gegeven en gevraagd), neem hierin ook de coëfficiënt mee!
  • Stap 4: Maak verhoudingstabel
  • Stap 5: Reken de som uit! (en schrijf de som ook op!)

Slide 8 - Tekstslide

  • Stap 1: noteer de reactievergelijking 
  • Stap 2: schrijf je gegeven (wat weet je al) en je gevraagd (wat moet je berekenen) op. 
  • Stap 3: bepaal de molecuulmassa's (van gegeven en gevraagd), neem hierin ook de coëfficiënt mee!
  • Stap 4: Maak verhoudingstabel
  • Stap 5: Reken de som uit! (en schrijf de som ook op!)
Hoeveel zuurstof is nodig om 5 g waterstof te verbanden?
2 H2 (g) + O2 (g) --> 2 H2O (g)
 
 

Slide 9 - Tekstslide

Bereken nu de (molecuul)massa’s van de volgende reactie.
Als je stroom door gesmolten aluminiumoxide leidt, krijg je vloeibaar aluminium en zuurstof.

Slide 10 - Tekstslide

  • Uit 204 g aluminiumoxide kun je 108 gram aluminium en 96 gram zuurstof maken. Deze verhouding is vast en noem je massaverhouding.
  • Wet van behoud van massa: de totale massa van alle stoffen voor de reactie is gelijk aan de totale massa van alle stoffen na de reactie. ( = Wet van Lavoisier)

Slide 11 - Tekstslide

(vervolg) Bereken hoeveel kg aluminium uit 30,0 kg aluminiumoxide gewonnen kan worden. 

Slide 12 - Tekstslide

Maken: 5 en 8 ab

Slide 13 - Tekstslide

5a
  • 2Mg = 2 × 24,3 = 48,6 
  • O21 × 32,0 = 32,0 
  • 2 MgO =2 × 24,3 +1 × 32,0 =  80,6


 

Slide 14 - Tekstslide

5b
  • 2Mg = 2 × 24,3 = 48,6 
  • O21 × 32,0 = 32,0 
  • 2 MgO =2 × 24,3 +1 × 32,0 =  80,6

De massaverhouding is 48,6 : 32,0. Je hebt dus 32,0 g zuurstof nodig.


 

Slide 15 - Tekstslide

5c

Slide 16 - Tekstslide

5c




? = 32 : 48,6 x 35 = 23 g zuurstof

Slide 17 - Tekstslide

8a

Slide 18 - Tekstslide

8a




? = 485,4 : 111,6 x 10 = 44g waterstofbromide

Slide 19 - Tekstslide

8b

Slide 20 - Tekstslide

8b




? = 591 : 485,4 x 36 = 43,83 g ijzer(III)bromide

Slide 21 - Tekstslide