In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
5.4 De Opstand
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
1. Leerdoelen terugkoppeling
2. Leerdoelen
3. Theorie
4. Beeldmateriaal
5. Aan de slag
6. Leerdoelen nabespreken
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen terugkoppeling
Je kunt beschrijven welke tegenmaatregelen de Kerk nam ten aanzien van de hervormers.
Je weet welke gevolgen de kerkhervorming had voor de maatschappelijke en politieke situatie in Europa.
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kent de economische, politieke en religieuze oorzaken van de Nederlandse Opstand.
Slide 4 - Tekstslide
De Nederlanden
Telt veel verschillende ..?
Slide 5 - Tekstslide
Het Nedeland van nu bestond in de 16e eeuw uit
A
Landen
B
gewesten
C
provincies
D
vorstendommen
Slide 6 - Quizvraag
Theorie
De Nederlanden waren geen eenheid. In de loop der eeuwen hadden steden, gewesten en edelen allerlei privileges gekregen. In elk gewest golden andere wetten en regels. Voor koning Karel V was dit natuurlijk heel onpraktisch.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Karels politiek noemen we
A
Huwelijkspolitiek
B
appeasement politiek
C
centralisatiepolitiek
D
partijpolitiek
Slide 9 - Quizvraag
Theorie
Karel V wilden Nederland centraal besturen. Dit gebeurde vanuit de hoofdstad Brussel en verder was uniformering erg belangrijk. Wat betekende dit ook alweer? Om dit te organiseren deed Karel V het volgende:
Opschrijven:
Karel V stelde 3 bestuursraden in om de Nederlanden beter te besturen:
De Geheime Raad (juristen voor nieuwe wetten)
De Raad van Financien (edelen en juristen voor belasting)
Raad van State (edelen en juristen voor politieke adviezen)
Slide 10 - Tekstslide
Theorie
Behalve deze drie raden was er ook nog de Staten-Generaal:
Vergadering van vertegenwoordigers van de gewesten.
Hier riep de landsheer afgevaardigden van de Gewestelijke Staten bijeen om met elkaar te overleggen over de belastingbetalingen.
Slide 11 - Tekstslide
De Staten Generaal kun je vergelijken met
A
Het provinciebestuur
B
de gemeenteraad
C
de Europese commissie
D
de eerste en tweede kamer
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Theorie
Karel V was streng katholiek en eiste dit ook van zijn onderdanen. Kritiek op de Kerk en het aanhangen van het protestantisme zag hij als majesteitsschennis: immers kritiek op de koning is kritiek op .. ?
Slide 14 - Tekstslide
kritiek op de koning, werd gezien als kritiek op
A
De Paus
B
de kerk
C
de staten generaal
D
god
Slide 15 - Quizvraag
Opschrijven:
Karel V vaardigde in 1550 een plakkaat (wet) uit.
Doodstraf voor iedere protestant, of voor het praten met- en bezitten van ketterse boeken. Plakkaat werd al snel bloedplakkaat genoemd.
Slide 16 - Tekstslide
Theorie
In 1555 volgde Filips II zijn vader Karel V op als landsheer van de Nederlanden. Vier jaar later verliet hij de Nederlanden om vanuit Madrid zijn rijk te besturen. Hij stuurde zijn halfzus Margaretha van Parma als landvoogdes naar Nederland.
Landvoogd= plaatsvervanger van de landsheer.
Slide 17 - Tekstslide
Theorie
De onvrede in de Nederlanden bleef onverminderd groot. In 1566 bezochten enkele honderden edelen de landvoogdes en boden aan het zogenaamde Smeekschrift aan.
Smeekschrift: Verzoek van de Nederlandse edelen aan Margaretha van Parma om vervolging van protestanten te matigen.
Slide 18 - Tekstslide
aanbieden van het smeekschrift 1566
Slide 19 - Tekstslide
https:
Slide 20 - Link
De beeldenstorm
Slide 21 - Tekstslide
De beeldenstorm
Slide 22 - Tekstslide
beeldenstorm
verspreiding beeldenstorm
Slide 23 - Tekstslide
wat was de aanleiding van de beeldenstorm?
A
kritiek op de Katholieke kerk
B
de centralisatiepolitiek
C
misoogst en hongersnood
D
het smeekschrift
Slide 24 - Quizvraag
Beeldmateriaal
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
Aan de slag
1. Maken opdrachten 1 en 2 van het handboek.
2. Maken toetsvoorbereiding van 5.4.
3. Tijdbalk paragraaf 5.4 maken.
Slide 27 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kent de economische, politieke en religieuze oorzaken van de Nederlandse Opstand.