Voor zowel het centrum als de periferie heeft deze verhouding enkele gevolgen. Stel, een Westers bedrijf investeert in een perifeer land. Vaak heeft dat positieve effecten: 1) Het bedrijf heeft kennis van zaken en die kennis kan worden overgedragen. 2) Het bedrijf doet investeringen in machines en in het opleiden van personeel. 3) Het bedrijf legt infrastructuur aan (wegen, havens, internet) dat ook door de bevolking gebruikt kan worden. 4) Het bedrijf kan voor werkgelegenheid zorgen (wat uiteindelijk kan leiden tot economische ontwikkeling).
Toch zijn er ook nadelen voor het perifere land, afhankelijk van het type bedrijf dat zich vestigt:
1) Bedrijven kunnen hun eigen personeel meenemen, waar-
door het geen werkgelegenheid oplevert.
2) Bedrijven kunnen de grondstoffen weghalen. Hierdoor is
over enkele jaren de grond uitgeput en vervallen de inkomsten.
Bovendien zijn sommige bedrijven niet netjes met het naleven
van de milieuregels, waardoor er verontreiniging optreedt.
3) Doordat bedrijven het werk doen, verliest de overheid en de
lokale mensen zeggenschap. Ze zijn dus niet meer zelf de baas.
4) In sommige gevallen moeten lokale mensen hun huis verlaten
voor de activiteiten van de buitenlandse bedrijven.