Wat? Maken paragraaf 2.3, opdracht 1 t/m 10.
Hoe? In je boek.
Met wie? Je mag rustig overleggen met je buur.
Hoe lang? Tot het einde van de les.
Klaar?
Lees in je boek 'Het volume van andere voorwerpen' (in paragraaf 2.3).
Maak dan opdrachten 13 en 14.