Herhalen van het stukje consumptie les 2

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Herhalingles consumptie

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
---> Herhalen van het stukje consumptie.

--> Eindexamensite, opdrachten maken over consumptie.

--> Herhaling van de les.

--> Quiz

Slide 3 - Tekstslide

Wat ga je doen?
--> Je hebt de keuze. 
--> 1. Je doet mee met de herhalingsles.
2. Je gaat zelfstandig in stilte aan de slag met de opdrachten van eindexamensite.
Herhaling voor CT: consumptie (H6 en boekje klas 3)
Je maakt t/m 17.

Slide 4 - Tekstslide

Wat gaan we leren?
Aan het einde van de les kan ik weer beschrijven wat:
--> De marketingmix is.
--> De geldfuncties zijn.
--> Waar een creditcard voor dient.
--> De spaardoelen zijn.
--> De marketingmix is.
--> De geldfuncties zijn.
--> Waar een creditcard voor dient.
--> De spaardoelen zijn.

Slide 5 - Tekstslide

Prijsbeleid
Plaatsbeleid

Productbeleid
Promotiebeleid

De winkelier verkoopt ook sportrugzakken
De sportwinkel in het centrum 
Een poster in een kledingwinkel 
Een winkelier verkoopt sommige rugzakken met korting

Slide 6 - Sleepvraag

Slide 7 - Tekstslide

Geld is een ruilmiddel wanneer ...
A
je iets koopt.
B
je geld in je spaarpot doet.
C
een rekensom maakt.
D
geld wit wast.

Slide 8 - Quizvraag

Als geld wordt gebruikt om de waarde van goederen en diensten aan te geven dan is het?
A
een betaalmiddel
B
giraal geld
C
een rekenmiddel
D
chartaal geld

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Ik heb mijn PS5 al binnen maar ik betaal het pas over een maand. Dit kan doordat ik betaal via?
A
Contant geld
B
Pinnen
C
Internetbankieren
D
Creditcard

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Wat is rente?
A
Een vergoeding aan de bank omdat je geld van de bank leent
B
Een extra lening
C
Meer geld dat je ter beschikking hebt
D
Een bedrag dat je moet aflossen

Slide 13 - Quizvraag

Welke rente is hoger?
A
de spaarrente
B
de kredietrente (rente bij lenen)

Slide 14 - Quizvraag

Ik leen €15.000 en betaal dit terug in 2 jaar. Na 2 jaar heb ik €16.000 betaald. Hoeveel heb ik afgelost?
A
€15.000
B
€1000
C
€16.000
D
€0

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide


Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Bij welke vorm van consumptief krediet kun je tot een bepaald kredietlimiet lenen maar minder mag ook?
A
Persoonlijke lening
B
Doorlopend krediet
C
Koop op afbetaling

Slide 20 - Quizvraag

Bij welke vorm van consumptief krediet ben je pas eigenaar na het betalen van de laatste termijn?
A
Koop op afbetaling
B
Huurkoop
C
Persoonlijke lening

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Incidentele uitgaven
Dagelijkse uitgaven
Vaste lasten

Slide 24 - Sleepvraag

Slide 25 - Tekstslide