Kloktijden
Il est midi.
A
Het is middag.
B
Het is 12 uur 's middags.
C
Het is tijd.
D
Het is 12 uur 's nachts.
1 / 16
Onderdelen in deze les
Il est midi.
A
Het is middag.
B
Het is 12 uur 's middags.
C
Het is tijd.
D
Het is 12 uur 's nachts.
Slide 1 - Quizvraag
Il est huit heures et demie
A
Het is 8 uur.
B
Het is half 8.
C
Het is half 9.
D
Het is half 7.
Slide 2 - Quizvraag
Il est trois heures.
A
Het is 3 uur.
B
Het is half 4.
C
Het is half 3.
D
Het is 1 uur.
Slide 3 - Quizvraag
Il est cinq heures et demie.
A
Het is half 5.
B
Het is 5 uur.
C
Het is kwart over 5.
D
Het is half 6.
Slide 4 - Quizvraag
Welke tijd is het vroegst?
A
sept heures
B
six heures et demie
C
quatre heures
D
sept heures et demie
Slide 5 - Quizvraag
Welke tijd is correct gespeld?
A
Il est trois heure et demie.
B
Il est trois heures et demi.
C
Il est trois heures et demie.
D
Il est trois heurs et demie.
Slide 6 - Quizvraag
Het is zeven uur
A
Il est midi
B
Il est deux heures
C
Il est sept heures
D
Il est minuit
Slide 7 - Quizvraag
Het is half vijf
A
Il est quatre heures et demie
B
Il est cinq heures
C
Il est cinq heures et demie
D
Il est trois heures et demie
Slide 8 - Quizvraag
Het is half twee
A
Il est une heure .
B
Il est deux heures .
C
Il est deux heures et demie.
D
Il est une heure et demie.
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Combinez les chiffres
timer
2:00
dix-sept
vingt
quatorze
seize
onze
dix-neuf
quinze
dix-huit
douze
treize
11
12
13
15
14
16
17
18
19
20
Slide 11 - Sleepvraag
Vertaal; vier=
Slide 12 - Open vraag
acht=
Slide 13 - Open vraag
Qu'est-ce que c'est en néerlandais?
- dix-sept
- dix-sept
Slide 14 - Open vraag
Qu'est ce que c'est 2 en français?
Slide 15 - Open vraag
Qu'est-ce que c'est en néerlandais?
- quinze
- quinze
