Zakelijke brief Nederlands schrijven klas 1

Zakelijke brief Nederlands schrijven klas 1
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Zakelijke brief Nederlands schrijven klas 1

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een zakelijke brief?

Slide 2 - Woordweb

Opdracht 1
Je krijgt zo een doormidden geknipte zakelijke brief.
Je gaat deze in tweetallen op de goede volgorde leggen.
Jullie doen dit op de manier hoe jullie denken dat het moet. 
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 2
We gaan nakijken of de brief bij iedereen op de goede volgorde ligt. 

Je krijgt nu een werkblad waarop je de vragen in tweetallen gaat beantwoorden die gaan over de brief.

Slide 4 - Tekstslide

De aanhef 
De aanhef van een brief is een groet aan wie je schrijft. 
Je moet hierbij altijd bedenken, welke groet kan ik gebruiken.

Voorbeelden: 
1. Je schrijft aan meneer van der Linden: Beste meneer van der Linden
2. Je schrijft aan je broertje Joris: Lieve Joris - Hallo Joris 
3. Je schrijft aan de baas van de Mediamarkt: Geachte meneer/mevrouw, 

Slide 5 - Tekstslide

Bedenk aan aanhef
Je schrijft een brief aan jouw oma

Slide 6 - Open vraag

Bedenk een aanhef
Je schrijft een brief aan meneer Wessels

Slide 7 - Open vraag

Bedenk een aanhef
Je schrijft een brief aan jouw nieuwe buurman

Slide 8 - Open vraag

De eerste zin van jouw brief
De eerste zin van jouw brief begint niet met het woordje: IK

Fout voorbeeld: Ik ben Jeffrey Mol en ik ben 13 jaar oud.
Goed voorbeeld: Mijn naam is Jeffrey Mol en ik ben 13 jaar oud.

Fout voorbeeld: Ik schrijf deze brief, omdat ik een vraag heb.
Goed voorbeeld: Deze brief schrijf ik u, omdat ik een vraag heb.


Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 3
Voor een project van mens en maatschappij moet je terug naar je oude basisschool en een gesprek hebben met een juf van wie je toen les had. Je schrijft de juf een brief waarin je de opdracht vermeldt en vraagt op welke dag je het beste langs kunt komen. 

Bedenk een aanhef voor jouw brief en bedenk ook de eerste zin in tweetallen.

Slide 10 - Tekstslide

Afsluiting en groet 
Je gebruikt altijd een afsluiting in een brief. 
Voorbeelden: Met vriendelijke groet, - Groetjes, - Liefs, 
LET OP: DE AFSLUITING HEEFT EEN HOOFDLETTER EN EEN KOMMA AAN HET EINDE
Onder de afsluiting komt jouw handtekening.
Daaronder komt jouw volledige naam.

Slide 11 - Tekstslide

Ik schrijf een brief aan meneer Wessels. Kan ik afsluiten met:
Doei,
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Je schrijft een afsluiting aan jouw zusje
Sluit ik dan af met:
Met vriendelijke groet,
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Opdracht 4
Je krijgt de opdracht voor de brief op papier. 
Lees de opdracht goed door en maak alle bijbehorende opdrachten ook.

LET OP: HET IS VOOR CIJFER.

Slide 14 - Tekstslide