2B Vocab the one and only ivan

Vandaag
Vandaag oefenen we de woordjes voor de toets van morgen.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Vandaag
Vandaag oefenen we de woordjes voor de toets van morgen.

Slide 1 - Tekstslide

Welk woord hoort bij de volgende omschrijving:

Being really good at something

Slide 2 - Open vraag

Welk woord hoort bij de volgende omschrijving:

To go from place to place searching for things that you can eat or use

Slide 3 - Open vraag

Welk woord hoort bij de volgende omschrijving:

Speaking angrily at someone

Slide 4 - Open vraag

Welk woord hoort bij de volgende omschrijving:

to do something good to show that you are sorry

Slide 5 - Open vraag

Welk woord hoort bij de volgende omschrijving:

Someone/something that can be trusted

Slide 6 - Open vraag

Welk woord hoort bij de volgende omschrijving:

to have someone's attention completely

Slide 7 - Open vraag

Wat is de juiste beschrijving van het volgende woord:

sulking

A
not interested in something
B
careful not to say or do anything that could upset someone
C
A person with good qualities
D
to be silent and refuse to smile because you are angry

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de juiste beschrijving van het volgende woord:

Coincidence

A
Almost out of control
B
To argue about unimportant stuff
C
When two things happen at the same time in a surprising way
D
worrying, without hope

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de juiste beschrijving van het volgende woord:

Indifferent

A
not interested in something
B
in a careful way
C
a feeling of unhappiness
D
a bad smell

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de juiste beschrijving van het volgende woord:

strut
A
Untidy, unorganized
B
To walk in a proud way
C
intentionally
D
a bad smell

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de juiste beschrijving van het volgende woord:

contemplating
A
moving to another place
B
to live at a specific place for a long time
C
when someone remains calmly
D
to spend time thinking about a possible future action

Slide 12 - Quizvraag