In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
ML3SE2:
Les 3 - kennischeck
Slide 1 - Tekstslide
Welk begrip past bij de omschrijving … “alle waarden, normen en gewoonten die mensen in een bepaalde groep of samenleving met elkaar delen.”
Slide 2 - Open vraag
Geef een voorbeeld van een waarde, norm en een gewoonte die bij jou passen. Doe het zo: Waarde: .... Norm .... & Gewoonte: ... .
Slide 3 - Open vraag
Wat is het doel van socialisatie? Gebruik paragraaf 2.1 als naslagwerk.
Slide 4 - Open vraag
Subcultuur betekent ...
A
dat je christen/moslim bent
B
dat je naar heavy metal/techno luistert
C
Normen, waarden en gewoonten van een kleine groep mensen
D
dat je een migratieachtergrond hebt
Slide 5 - Quizvraag
Wat betekent socialisatie?
Slide 6 - Open vraag
Op welke plekken socialiseer je?
Slide 7 - Woordweb
Er zijn drie manieren van leren. Eén ervan is informatie krijgen. Wat zijn de andere twee?
Slide 8 - Open vraag
Voor iedereen voelt de cultuur waarin die zelf opgroeit als ‘normaal’. Hoe noemen we dat vanzelfsprekend gedrag ook wel?
A
Internationalisatie
B
Automatisatie
C
Normalisatie
D
Internalisatie
Slide 9 - Quizvraag
Hoe noem je dus de aangeleerde normen en waarden dat vanzelfsprekend gedrag is geworden?
Slide 10 - Open vraag
Waardoor word je persoonlijkheid ofwel identiteit door gevormd?
Slide 11 - Open vraag
a. Er zijn vier redenen voor een groepsgevoel. Benoem ze alle vier. b. Welke reden voor het ontstaan van een groepsgevoel past bij deze situatie? Leg uit. "Leden van Extinction Rebellion (XR) voerden zaterdagmiddag actie in de terminal achter de paspoortcontrole van Schiphol. Ze brachten bruin water naar de hal. Ook waren er spandoeken waarop stond 'frequent flying, planet dying'. In een persbericht schrijft de organisatie dat het water de modderstromen in Valencia van afgelopen oktober moet weerspiegelen.
Slide 12 - Open vraag
Wat is het verschil tussen groepsnormen en groepsdruk?
Slide 13 - Open vraag
a. Leg uit dat groepsdruk vaak een rol speelt bij pesten. b. Welke waarden zijn belangrijk voor iemand die opkomt voor een persoon die gepest wordt?