In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Wat is socialisatie?
Slide 1 - Open vraag
Wat is geen voorbeeld van aangeboren eigenschappen?
A
Krullen
B
Taal
C
Stotteren
D
Snel afgeleid zijn
Slide 2 - Quizvraag
Noem twee verschillende plekken die invloed hebben op jouw normen, waarden en gewoonten.
Slide 3 - Open vraag
Wat is het doel van socialisatie?
Slide 4 - Open vraag
Op welke vier manieren leren we?
Slide 5 - Open vraag
Welke manier van leren past het beste? "Je ouders willen dat je om 22:00 uur thuis bent"
A
Informatie en aanwijzing
B
Imitatie
C
Ervaringen
D
Experimenteren
Slide 6 - Quizvraag
Welke manier van leren past het beste bij "Danny drinkt niet meer nadat hij er ziek van werd"? Leg je antwoord uit.
Slide 7 - Open vraag
'Je app't je vriend die altijd op tijd is, dat je kwartier later bent.' Past het beste bij:
A
Sociale controle
B
Sanctie
C
Internalisatie
D
Imitatie
Slide 8 - Quizvraag
'Je vriend baalt en app't terug dat je niet meer hoeft te komen.' Past het beste bij:
A
Sociale controle
B
Sanctie
C
Internalisatie
D
Imitatie
Slide 9 - Quizvraag
Rechts rijden in het verkeer, past het beste bij ...
A
Sociale controle
B
Sanctie
C
Internalisatie
D
Imitatie
Slide 10 - Quizvraag
Internalisatie betekent dat aangeleerde normen en waarden vanzelfsprekend gedrag is geworden. Geef een voorbeeld van hier op school.
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
a. Leg uit wat groepsdruk is. b. Op welke manier speelt groepsdruk een rol in de bron?
Slide 13 - Open vraag
Wat zijn de vier redenen voor een groepsgevoel?
Slide 14 - Open vraag
Om welke reden voel jij je verbonden met je klasgenoten? Leg uit.
Slide 15 - Open vraag
"Ik woon in een gezellige buurt waar mensen elkaar helpen en samen dingen doen." Past bij het begrip: internalisatie, polarisatie of sociale cohesie. Leg ook uit.
Slide 16 - Open vraag
"Mensen kennen elkaar in deze buurt nauwelijks." Past het beste bij:
A
Sterke binding
B
Zwakke binding
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
a. Wat is macht? b. Van welk machtsmiddel maken sommige fans gebruik van? Leg uit.
Slide 19 - Open vraag
Welke waarde past bij de norm: "Hand uitsteken op de fiets om richting aan te geven."
Slide 20 - Open vraag
Welke norm kun je bedenken bij de waarde veiligheid?
Slide 21 - Open vraag
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Bekijk de video en beantwoord de vragen:
1. Is er sprake van groepsidentificatie? Ja, nee, want: (uitleg).
2. Om welke reden zijn de Steenbergenaren met elkaar verbonden?
3. Waarom is er sprake van polarisatie in deze video?
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Welk machtsmiddel past het beste? Leg uit. "Volgens een automonteur is de auto niet meer te repareren"
Slide 29 - Open vraag
Welk machtsmiddel past het beste? Leg uit. "Ronnie Flex maakte op Instagram bekend dat hij ging afkicken"
Slide 30 - Open vraag
Welk machtsmiddel past het beste? Leg uit. "Er zijn 87.000 handtekeningen ingezameld tegen illegale puppyhandel"