De huid van een geslacht dier wordt langduurig geweekt in stromend water, in een beekje. De huid wordt zacht. De huid wordt schoon. De huid gaat enkele weken in een bad van kalkwater. De haarwortels weken los. de vleesresten weken los. Die kun je er afschrapen met een mes. De schone huid wordt gespannen. Er ontstaat een strak vel. Het perkament wordt gepolijst met puinsteen. Het wordt gepolijst met kalksteen. Het perkament is glad. De ganzenveer strijkt lekker over het perkament.