In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
2D NASK 09-12
vragen 4.3?
uitleg 4.4
aan de slag met 4.4
Slide 2 - Tekstslide
Een zeiler heeft op zijn tocht naar Engeland elk uur opgeschreven hoeveel km hij heft afgelegd. Het resultaat staat in het afstand,tijd-diagram. Hij meer wind hoe sneller gaat de boot.
Slide 3 - Tekstslide
Wanneer was er helemaal geen wind?
A
de hele tijd
B
tussen 0 en 3 uur
C
tussen 3 en 5 uur
D
tussen 5 en 11 uur
Slide 4 - Quizvraag
Wanneer ging het het hardst waaien waardoor de boot sneller ging?
A
tussen 11 en 14 uur
B
tussen 0 en 3 uur
C
tussen 3 en 5 uur
D
tussen 5 en 11 uur
Slide 5 - Quizvraag
We willen de snelheid van de hele tocht bereken. Welke gegevens kan ik uit de grafiek halen?
A
afstand 120 km en tijd 14 uur
B
afstand 105 km en tijd 16 uur
C
afstand 30 km en tijd 5 uur
D
afstand 105 km en tijd 14 uur
Slide 6 - Quizvraag
We willen de snelheid van de hele tocht bereken. Welke formule moet ik gebruiken?
A
afstand = tijd x snelheid
B
gem. snelheid = afstand : tijd
C
gem. snelheid = afstand x tijd
D
gem. snelheid = tijd : afstand
Slide 7 - Quizvraag
De afstand is 105 km en tijd is 14 uur. Met de formule is gem. snelheid = afstand : tijd. Wat was zijn gemiddelde snelheid?
Slide 8 - Open vraag
4.4 soorten bewegingen
Na deze les ken ik - 3 soorten bewegingen
- Hoe je 3 soorten bewegingen herken aan het afstand,tijd-diagram
Slide 9 - Tekstslide
Beweging met constante snelheid
- rechte lijn
- Jeffrey grotere snelheid dan Michelle. (steilere lijn)
- Snijden de lijnen daar haalt Jeffrey Michelle in
- Jeffrey begint later
Slide 10 - Tekstslide
Versnelde beweging
- kromme lijn die steeds steiler loopt
- Hij trekt op in 10,4 seconde van 0 tot 100 km/h
Slide 11 - Tekstslide
Vertragende beweging
- kromme lijn die steeds minder steil loopt
- Hij moet remmen en je ziet dan ook dat bij 3,5 en 4 seconde dat de lijn recht loopt en dat hij niet meer meters maakt
Slide 12 - Tekstslide
Je ziet hier een diagram van een estafetteloop. De eerste renner rent in hokje A. Wat voor snelheid is dit?
A
Constante beweging
B
Vertragende beweging
C
Versnellende beweging
Slide 13 - Quizvraag
Je ziet hier een diagram van een estafetteloop. Het stokje wordt overgegeven aan de volgende in hokje B. Wat voor snelheid is dit?
A
Constante beweging
B
Vertragende beweging
C
Versnellende beweging
Slide 14 - Quizvraag
Je ziet hier een diagram van een estafetteloop. De 2e loper heeft nu het stokje in hokje C. Wat voor snelheid is dit?
A
Constante beweging
B
Vertragende beweging
C
Versnellende beweging
Slide 15 - Quizvraag
Je ziet hier een diagram van een estafetteloop. De 2e loper blijft rennen in hokje D. Wat voor snelheid is dit?
A
Constante beweging
B
Vertragende beweging
C
Versnellende beweging
Slide 16 - Quizvraag
We willen de snelheid van de hele run bereken. Welke gegevens kan ik uit de grafiek halen?
A
afstand 15m en tijd 2,5 seconden
B
afstand 17 m en tijd 2,4 seconden
C
afstand 17 km en tijd 2,4 uur
D
afstand 15 km en tijd 2.5 uur
Slide 17 - Quizvraag
We willen de snelheid van de run tocht bereken. Welke formule moet ik gebruiken?
A
afstand = tijd x snelheid
B
gem. snelheid = afstand : tijd
C
gem. snelheid = afstand x tijd
D
gem. snelheid = tijd : afstand
Slide 18 - Quizvraag
De afstand is 17m en tijd is 2,4 seconde. Met de formule is gem. snelheid = afstand : tijd. Wat was zijn gemiddelde snelheid?
Slide 19 - Open vraag
We willen de snelheid van de hele run bereken. Welke gegevens kan ik uit de grafiek halen?
A
afstand 4 m en tijd 0,5 seconden
B
afstand 5 m en tijd 0,5 seconden
C
afstand 4 km en tijd 0,5 uur
D
afstand 5 km en tijd 0.5 uur
Slide 20 - Quizvraag
We willen de snelheid van de run tocht bereken. Welke formule moet ik gebruiken?
A
afstand = tijd x snelheid
B
gem. snelheid = afstand : tijd
C
gem. snelheid = afstand x tijd
D
gem. snelheid = tijd : afstand
Slide 21 - Quizvraag
De afstand is 4m en tijd is 0,5 seconde. Met de formule is gem. snelheid = afstand : tijd. Wat was zijn gemiddelde snelheid?