In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Quiz Hoofdstuk 8 Beleggen
Slide 1 - Tekstslide
Het kopen van een auto is een manier van beleggen.
A
JUIST
B
ONJUIST
Slide 2 - Quizvraag
Een aandeel is een schuldbewijs van een onderneming.
A
JUIST
B
ONJUIST
Slide 3 - Quizvraag
De beurskoers van een aandeel is gelijk aan de prijs van dat aandeel.
A
JUIST
B
ONJUIST
Slide 4 - Quizvraag
Een obligatielening is een lening met een lange looptijd met veelal een groot aantal vermogensverschaffers.
A
JUIST
B
ONJUIST
Slide 5 - Quizvraag
Als de marktrente stijgt, stijgt de beurskoers van obligaties.
A
JUIST
B
ONJUIST
Slide 6 - Quizvraag
De koers van een obligatie is gelijk aan de nominale waarde van een obligatie.
A
JUIST
B
ONJUIST
Slide 7 - Quizvraag
De koers van cryptovaluta hebben over het algemeen een lage volatiliteit.
A
JUIST
B
ONJUIST
Slide 8 - Quizvraag
Naarmate de resterende looptijd korter wordt, zal de koerswaarde van een obligatie dichter bij de nominale waarde komen te liggen.
A
JUIST
B
ONJUIST
Slide 9 - Quizvraag
Door het kopen van een obligatie word je voor een heel klein deel eigenaar van een onderneming.
A
JUIST
B
ONJUIST
Slide 10 - Quizvraag
Een aandeel is:
A
Een schuldbewijs van een NV dat recht geeft op een aandeel in de winst/resultaat.
B
Een schuldbewijs van een NV dat recht geeft op koerswinsten.
C
Een eigendomsbewijs van een NV dat recht geeft op een aandeel in de winst/resultaat.
D
Een eigendomsbewijs van een NV dat recht geeft op koerswinsten.
Slide 11 - Quizvraag
De koers van een aandeel zal stijgen als:
A
De rente op obligaties stijgt.
B
De winst van een NV lager is dan de beleggers hadden verwacht.
C
Het verlies van een NV lager is dan de beleggers hadden verwacht.
D
Het vertrouwen van de consumenten in de economie daalt.
Slide 12 - Quizvraag
De koers van een obligatie is gestegen van 120% in 2022 naar 140% in 2023. Wat kan hiervan een mogelijke oorzaak zijn?
A
Een verlaging van de marktrente.
B
Een verhoging van de marktrente.
C
Een stijging van de winst.
D
Een verminderde kredietwaardigheid.
Slide 13 - Quizvraag
De koper van een obligatie is een:
A
Aanbieder van de obligatie op de beurs en een schuldeiser.
B
Aanbieder van de obligatie op de beurs en een schuldenaar.
C
Vrager van de obligatie op de beurs en een schuldeiser.
D
Vrager van de obligatie op de beurs en een schuldenaar.
Slide 14 - Quizvraag
Jette heeft een koersrendement behaald van 20% van het door haar belegde bedrag. De aankoopkoers bedroeg € 3. Bereken de beurskoers ten tijde van de verkoop.