09 - v2 -ch1 - H (bezittelijk voornaamwoord)

bonjour V2 - comment ça va?
avez-vous:
-> vos livres?
-> vos cahiers?
-> vos trousses / stylos?
aujourd'hui nous sommes le                                     2024
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

bonjour V2 - comment ça va?
avez-vous:
-> vos livres?
-> vos cahiers?
-> vos trousses / stylos?
aujourd'hui nous sommes le                                     2024

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

qu'est-ce-qu'on va faire aujourd'hui?
  • vous avez des questions (devoirs?)
  • terugblik hoe heet dit hoofdstuk nog weer? Wat ben je aan het leren? Wat moet je straks kunnen? 
  • vocabulaire leren
  • phrases-clés parler de ses activités

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

apprends
  • vocabulaire ABEF
  • phrases-clés CG
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

dictée E+F
[1] on va [2] [3] visiter mon oncle [4]. C'est [5] super! On va [6] en bateau. Il habite dans une grande [7] en Angleterre. [8], [9] aller au musée, il y a toujours beaucoup de touristes [10], [11] et [12].
[13] que j'aime le plus quand on part à [14] sont [15] et [16]. [17] que j'adore sont [18], [19] [20] et aussi, bien sur, [21].

Slide 4 - Tekstslide

dictée 2
(1) En automne  on va (2) presque (3) toujours visiter mon oncle (4) à l'étranger. C'est (5) trop super! On va (6) voyager en bateau. Il habite dans une grande (7) ville en Angleterre. (8) D'abord, (9) je veux aller au musée, il y a toujours beaucoup de touristes (10) néerlandais  (11) allemand et (12) français.
dictée E+F
(1) En automne on va (2) presque (3) toujours visiter mon oncle (4) à l'étranger. C'est (5) trop super! On va (6) voyager en bateau. Il habite dans une grande (7) ville en Angleterre. (8) D'abord, (9) je veux aller au musée, il y a toujours beaucoup de touristes (10) néerlandais (11) allemand et (12) de France.
(13) Les endroits  que j'aime le plus quand on part à (14) la montagne sont (15) la piscine et (16) la mer. (17) Les activités que j'adore sont (18) les excursions, (19) visiter (20) des châteaux et aussi bien sur (21) faire les magasins.

Slide 5 - Tekstslide

dictée 2
(1) En automne  on va (2) presque (3) toujours visiter mon oncle (4) à l'étranger. C'est (5) trop super! On va (6) voyager en bateau. Il habite dans une grande (7) ville en Angleterre. (8) D'abord, (9) je veux aller au musée, il y a toujours beaucoup de touristes (10) néerlandais  (11) allemand et (12) français.
🙄👍🏼😩😢👎🏻🤩😍




🌞
🇳🇱🇧🇪🇪🇸🇫🇷🇬🇧
controle vocabulaire F
&
phrases-clés G
Décris tes vacances
Schrijf dat je in de zomer naar Spanje bent geweest, met jouw ouders en dat jullie met het vliegtuig zijn gegaan.  Schrijf minstens 2 activiteiten die je hebt gedaan en dat het weer mooi was. Schrijf dat jullie in een hotel hebben geslapen. Schrijf welke taal je hebt gesproken en hoe jouw vakantie was.
PS: utilise 40 à 45 mots, fais des phrases complètes

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

exemple
Cet été j'ai été en Espagne en avion avec mes parents, il a fait beau. J'ai fait du surf, on a été à la plage, nous avons visité un château, j'ai nagé dans la piscine, j'ai fait une excursion, on a été à la montagne, on a fait une escalade, j'ai fait les magasins.
On a été à l'hôtel, j'ai parlé espagnol, c'était super!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

🙄👍🏼😩😢👎🏻🤩😍




🍂☔ 
🇳🇱🇧🇪🇪🇸🇫🇷🇬🇧
controle vocabulaire F
&
phrases-clés G
Décris tes vacances
Schrijf dat je in de herfst naar Frankrijk bent geweest, met jouw tante en dat jullie met de trein zijn gegaan. Schrijf minstens 2 activiteiten die je hebt gedaan en dat het heeft geregend. Schrijf dat jullie een appartement hebben gehuurd. Schrijf welke taal je hebt gesproken en hoe jouw vakantie wasPS: utilise 40 à 45 mots, fais des phrases complètes

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

exemple
Cet automne j'ai été en France en train avec ma tante, il a plu. J'ai fait du surf, on a été à la plage, nous avons visité un château, j'ai nagé dans la piscine, j'ai fait une excursion, on a été à la montagne, on a fait une escalade, j'ai fait les magasins.
On a loué un appartement, j'ai parlé allemand, c'était chouette!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

🙄👍🏼😩😢👎🏻🤩😍



             ☔🌞❄️🌸

🇳🇱🇧🇪🇪🇸🇫🇷🇬🇧
controle vocabulaire F
&
phrases-clés G
Décris tes vacances
Schrijf dat je in de lente naar Engeland bent geweest, met jouw ouders en dat jullie met de boot zijn gegaan. Schrijf minstens 2 activiteiten die je hebt gedaan en hoe het weer was. Schrijf dat jullie gekampeerd hebben. Schrijf welke taal je hebt gesproken en hoe jouw vakantie was.
PS: utilise 40 à 45 mots, fais des phrases complètes

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

exemple

Ce printemps j'ai été en Angleterre en bateau avec mes parents, il a fait froid, il a fait 13 degrés. J'ai fait des excursions, on a fait les magasins et on a visité un chateau.
On a fait du camping, j'ai parlé anglais, c'était fantastique!

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammaire et écrire - page 46
👉🏻 BUTS:

je kunt een verhaal schrijven over je vakantie
je kunt het bezittelijk voornaamwoord gebruiken

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

exercice 30a - page 46
mon, ma ou mes?

Je suis en vacances avec ______ parents.
______ mère nage et ______ père bronze.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

1.  geeft aan van wie iets is
2. in het Frans hangt de vorm van het zelfstandig naamwoord dat dat volgt

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



maak opdrachten 30de, 31a
(deze bespreken we over 10 minuten)

eerder klaar? ga door met oprachten 31d,32, 33abc
begin een planning te maken voor de repetitie
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies