spelling en grammatica 5. Persoonsvorm en onderwerp

spelling en grammatica 5. Persoonsvorm en onderwerp
dinsdag 26 11
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

spelling en grammatica 5. Persoonsvorm en onderwerp
dinsdag 26 11

Slide 1 - Tekstslide

10 minuten lezen!

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk:
afhebben hoofdstuk 2.5

bladz 58,59, 60 en 61, opdracht 6 tot en met 13
+ schrijfopdracht blz 62 en 63
+ Drillster oefening 2.3 van Hoofdstuk 2


Slide 3 - Tekstslide

Hoe vond je de schrijfopdracht?

Slide 4 - Open vraag

Bekijken opdracht klasgenoot
Daarna verbeteren opdracht en inleveren!

Slide 5 - Tekstslide

Doel:
Je leert hoe je in een zin de persoonsvorm en het onderwerp kunt vinden.

Slide 6 - Tekstslide

Uitlegvideo
+ powerpoint

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Persoonsvorm en onderwerp (blz. 82)
/In deze gemeente /rijdt/ de helft van de bewoners/ in een Volvo.

Persoonsvorm = rijdt
Verdelen in zinsdelen 4
Onderwerp = de helft van de bewoners

Slide 12 - Tekstslide

Persoonsvorm en onderwerp (blz. 82)
/Zestig journalisten uit twaalf landen /onderzochten / maandenlang /het Europese voetbal./

Persoonsvorm = onderzochten
Verdelen in zinsdelen 
Onderwerp = Zestig journalisten uit twaalf landen 

Slide 13 - Tekstslide

Lezen bladzijde 134
 Spelling en grammatica, paragraaf 5 maken Opdrachten 1 tot en met 13 
+ Drillsteroefeningen: persoonsvorm en onderwerp

Slide 14 - Tekstslide

Ik weet nu hoe ik de persoonsvorm en het onderwerp vind.
0100

Slide 15 - Poll