week 3 Ontleden, Lesen

Jeden Morgen worden neue Chancen geboren
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Jeden Morgen worden neue Chancen geboren

Slide 1 - Tekstslide

Programm Montag 22.1.
Wörterliste 
Futur
Ontleden
Tschick

Slide 2 - Tekstslide

K3 Wörterliste 1 

Slide 3 - Tekstslide

Futur / Zukunft

Slide 4 - Tekstslide

Futur / Zukunft
o.t.t. (met een tijdsbepaling)                      of

hulpwerkwoord werden + hele werkwoord

Slide 5 - Tekstslide

Futur / Zukunft
Morgen fahren wir nach Hamburg. 

Wir werden im Hotel 'Vier Jahreszeiten übernachten.

Slide 6 - Tekstslide

Futur HA
Seite 137
Aufgabe 42

Slide 7 - Tekstslide

die Fälle  (naamvallen)

Slide 8 - Tekstslide

Stappenplan ontleden
1. Het gezegde
2. Onderwerp
3. Lijdend voorwerp
4. Meewerkend voorwerp

Slide 9 - Tekstslide

Het gezegde   (das Prädikat)
Der Lehrer    gibt    dem Schüler die Note.

-> alle werkwoordvormen in de zin

hier: gibt

Slide 10 - Tekstslide

Het onderwerp   (das Subjekt)
Der Lehrer     gibt dem Schüler die Note.

-> Wie/Wat + gezegde   ->  Wer/Was gibt?

hier: Der Lehrer   (1de naamval)

Slide 11 - Tekstslide

Het lijdend voorwerp   (das direkte Objekt)
Der Lehrer gibt dem Schüler      die Note.

-> Wie/Wat + gezegde + onderwerp
 ->  Wer/Was wird gegeben(Passiv)
hier: die Note    (4de naamval)

Slide 12 - Tekstslide

Het meewerkend voorwerp   (das indirekte Objekt)
Der Lehrer gibt      dem Schüler     die Note.

-> Aan wie/voor wie + gezegde + onderwerp
 ->  Wem wird gegeben(Passiv)
hier: dem Schüler    (3de naamval)

Slide 13 - Tekstslide

Bezitsrelatie   (2de naamval)
Der Lehrer gibt dem Schüler die Note der Woche.
-> Van de / van het  
 ->  Wessen?
hier: der Woche

Slide 14 - Tekstslide

2. Fall (Genitiv)
Bezitrelatie -> Iets hoort bij iets of iemand

Das Auto meines Vaters ist groß.
Die Ergebnisse dieser Klasse sind sehr gut!

-> van het, van een, van deze, van jou, van de .....

Slide 15 - Tekstslide

Naamvallen (Fälle) -> zinsonderdeel
Der Lehrer gibt dem Schüler die Note der Woche.

onderwerp                                    ->  1. naamval    (Nominativ)
meewerkend onderwerp       -> 3. naamval    (Dativ)
lijdend voorwerp                      ->  4. naamval   (Akkusativ)

bezitsrelatie                                   -> 2. naamval    (Genitiv)

Slide 16 - Tekstslide

Die Mutter schickt dem Lehrer eine Mail.
schickt
dem Lehrer
die Mutter
eine Mail
het gezegde
het onderwerp
het lijdend voorwerp
het meewerkend voorwerp

Slide 17 - Sleepvraag

De naamvallen, wat is wat?
Onderwerp
Lijdend voorwerp

Meewerkend voorwerp (aan of voor )
1
3
4

Slide 18 - Sleepvraag


Hat der große Polizist den Dieb verhaftet?
2/7
uitleg/antwoord
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bezitrelatie

Slide 19 - Quizvraag


Meiner Oma hast du die Geschichte nicht erzählt!
3/7
uitleg/antwoord
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bezitrelatie

Slide 20 - Quizvraag


In der Schule haben die Schülerinnen eine Tasche gestohlen.
4/7
uitleg/antwoord
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bezitrelatie

Slide 21 - Quizvraag


Der freundliche Herr dankt dem Mädchen.
5/7
uitleg/antwoord
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bezitrelatie

Slide 22 - Quizvraag


Das ist der Fehler mancher Eltern.
1/7
uitleg/antwoord
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bezitrelatie

Slide 23 - Quizvraag

Tschick

Slide 24 - Tekstslide

Hausaufgabe für Donnerstag 

Lernen:    K3 Wörterliste 2 d>nl

Machen: 

 

       
Vorbereiten LU    


Machen:  


Slide 25 - Tekstslide

Jojo sucht ihr Glück 2

Slide 26 - Tekstslide