Dit is niet concreet. Wat is onrustig in de situatie van meneer?
S: Meneer was onrustig vandaag.
O: Meneer liep veel heen en weer. Stond tijdens de maaltijd vijf keer op en riep hard “hallo” door de gang. Meneer kon niet gerustgesteld worden.
A: De onrust bij meneer was meer dan gisteren.
P: Morgen en de komende dagen meneer blijven observeren en hierover rapporteren. Indien na
twee dagen geen vermindering, overleg met arts of psycholoog