periode 1 1j1

Groepjes
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Groepjes

Slide 1 - Tekstslide

Les met Olga

Slide 2 - Tekstslide

Basis

Slide 3 - Tekstslide

ren- dictee
Wie schrijft? 
Wie rent?
Wie controleert?

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen 16-2-2024
  • afronden leesdossier- eerste opdracht
       ren-dictee
       Disk thema 6 af?....
________________________________
Huiswerk na de vakantie: maandag 26 vrij!!!!!
  1. Herhaal woorden Disk thema 1-6
  2. Lees in je leesboek en kijk een Nederlandse film of serie.

timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Vakantie
Strand
Frankrijk/ Parijs
de trein
de stropdas
Acteren
de loterij
Winnen
de eerste prijs

Slide 7 - Tekstslide

Wie is dit?
Zit hij op het strand
Doet hij mee aan de loterij?
Zit hij op het strand of doet hij mee aan de loterij?
Wat doet hij?

Ga door met vragen stellen: 
gebruik de doelwoorden!

Slide 8 - Tekstslide

Resultaat van 
1J1: Hij heet meneer Bean.
Hij is grappig. Hij acteert. Hij doet mee aan de loterij. Hij wint niet de eerste prijs en gaat niet op vakantie, maar hij wint wel een stropdas. Hij gaat slapen met zijn stropdas. 
Zijn stropdas is blauw. Zijn stropdas is mooi.  Zijn stropdas is kort.
Als hij wakker wordt, schrikt hij. 
Zijn stropdas is weg!!! 
Zijn stropdas is getransformeerd in een stropdas met benen. Hij gaat met de trein naar het strand.

Slide 9 - Tekstslide

Laat leerlingen het verhaal eventueel tekenen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Taaloefenen.nl/klas
Wachtwoord: Welkom1j1

Slide 12 - Tekstslide

redactiesommen.nl/klas
Wachtwoord: Welkom1j1

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Lees je boek 
Neem elke les je leesboek mee: 
we werken aan je leesdossier!
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

woorden van de week.

  • het cadeau
  • houden van
  • de foto
  • zingen
  • alsof doen (nep)
  • roddelen
  • herkennen


  • voordeel
  • nadeel
  • beroemd zijn
  • acteur
  • acteren
  • zin hebben in

Slide 16 - Tekstslide

10 woorden van de week.
1. Teken het woord 

  • bedroefd
  • somber
  • vrolijk
  • teleurgesteld
  • blij

2. Maak een zin met het woord.

  • de bioscoop
  • spannend 
  • het maakt me niks uit
  • gezellig
  • ik heb zin in...

Slide 17 - Tekstslide

Filmgenres
  • actiefilms: veel vechten, achterna rennen
  • thrillers: eng, spannend, iemand die iedereen dood maakt
  • sciencefictionfilms: in de toekomst, ruimte
  • romantische films: liefde, probleem, vaak een goed einde
  • komedies: veel lachen, rare mensen
  • Bollywoodfilms: veel zingen, duurt lang, liefde







Slide 18 - Tekstslide

netflix
soof
ferry

Slide 19 - Tekstslide

Nieuwe start
Klassenregels'
Weekprogramma
Doel van deze 6 weken

Slide 20 - Tekstslide

Dit ga je doen deze periode:
  • Disk: toets eten+ film+ technologie
  • 10 woorden per week (woordenschrift)
  • Vraagzinnen (interview)
  • Vroeger en nu
  • Lange zinnen (hoofdzin/inversie/bijzin)

Huiswerk: welke dag?




Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Nu ..... ik fruit bij het ontbijt.
A
eet
B
at

Slide 23 - Quizvraag

Vroeger ....... ik een warme maaltijd bij de lunch.
A
eet
B
at

Slide 24 - Quizvraag

Welke zin is goed?
A
Nu eet ik fruit.
B
Nu ik eet fruit.

Slide 25 - Quizvraag

Welke zin is goed?
A
Vroeger ik at
B
Vroeger at ik....

Slide 26 - Quizvraag

Ik ........ naar school
A
lopen
B
loopt
C
loop
D
Loop

Slide 27 - Quizvraag

Jullie ....... heel hard vandaag!
A
Werken
B
werk
C
werken
D
werkt

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Spellen:
Kun je je naam even spellen?

Slide 30 - Tekstslide

's ochtends/ 's middags/ 's avonds/'s nachts

Slide 31 - Tekstslide

Wat betekent 'opnemen'?
"Ik neem de telefoon even op"
A
Beginnen met een telefoongesprek
B
Stoppen met een telefoongesprek

Slide 32 - Quizvraag

Ophangen:
ik hang op
A
beginnen met een telefoongesprek
B
stoppen met een telefoongesprek

Slide 33 - Quizvraag

Wat betekent afbellen?
Je belt en zegt:
A
Ik kom
B
Ik ben er
C
Ik kan niet komen
D
Ik wil komen

Slide 34 - Quizvraag

Kun je nu:
  • Rustig lezen?
  • Je naam spellen?
  • Bellen?
  • Een korte mail schrijven?

Slide 35 - Tekstslide

Hebben enkelvoud:
Ik .......... een zus
jij ...................een tante
u...............een grote familie
hij ..............2 broers
zij............... een leuk gezin

Slide 36 - Tekstslide

Je bent in de kantine: wat vind jij?

Slide 37 - Tekstslide

Wat doe jij op een dag?

  1. Om ...... sta ik op.
  2. Om ......  ga ik naar school.
  3. Om ..... heb ik pauze.
  4. Om .....ben ik klaar met school.
  5. Om...........

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Je mag het woord NIET zeggen!
Liplezen 

Uitbeelden 

Omschrijven 

Tekenen

Slide 40 - Tekstslide


  1. Bekijk de woorden van de lijst in Disk ETEN
  2. Kies 5 woorden
  3. Schrijf de woorden (leesbaar) op een kaartje
  4. Leg de kaartjes op de tafel

Speel Taboe!
  • 1 minuut per kaartje
  • Goed geraden? 
  • +1 punt

Slide 41 - Tekstslide

Wat eet jij op een dag?

's ochtends eet ik brood
's middags eet ik ook brood!
's avonds eet ik soep of rijst
ik eet nooit vlees
pizza vind ik niet zo lekker

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Dinsdag 12 december: wereldmuseum


Ochtend gewoon les!
Neem je ov-pas mee!

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

 Jullie menukaart in de kantine
Stel een menukaart samen
3 voorgerechten
3 hoofdgerechten
3 nagerecht/ desserts /toetsjes

Bedenk een naam voor jullie restaurant

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Link

Schrijf de zin op: maak de zin af!
  1. Ik vind kebab lekker/ niet zo lekker/ vies.
  2. Kebab is een warm/koud  gerecht.
  3. Kebab is zoet/ zout
  4. Mijn lievelingseten is...................................
  5. Kebab eet je als voorgerecht/ hoofdgerecht/ nagerecht
  6. Kebab komt oorspronkelijk uit.........................................

timer
5:00

Slide 49 - Tekstslide