Spelling H5 AR2

Hoe schrijf je het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord?
1 / 16
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoe schrijf je het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord?

Slide 1 - Open vraag

Schrijf het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord op.

de (aanrichten) schade

Slide 2 - Open vraag

Einde van de les
Leerdoelen:

- Ik kan hoofdletters op de juiste manier gebruiken

- Ik weet wanneer ik aanhalingstekens moet gebruiken

Slide 3 - Tekstslide

 H5 Spelling
Hoofdletter
- Begin van de zin
Let op: 's Morgens, 53 betogers
- Eigennamen (naam van een persoon, dier, bedrijf, rivier, feestdag, etc.) 
Let op: J. van der Wal, maar meneer Van der Wal
- Bijvoeglijke naamwoorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid: Italiaans ijs, Noord-Hollandse tulpen



Slide 4 - Tekstslide

Hoofdletters
Geen hoofdletters
anneke
docent
de jongen
maandag
rotterdam
januari
ijssel
klaslokaal
bolle harrie
apeldoorn

Slide 5 - Sleepvraag

Hoofdletters: goed of fout?
Mevrouw van Vliet
A
goed
B
fout

Slide 6 - Quizvraag

beste heer de groot,

In de bovenstaande zin schrijf je...
A
geen hoofdletters
B
2 hoofdletters
C
3 hoofdletters
D
4 hoofdletters

Slide 7 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletters?
A
havo
B
HAVO

Slide 8 - Quizvraag

 H5 Spelling

Dus een kleine letter bij: 
Samenstellingen van religieuze feesten (kerstgala), religies (hindoeïsme), windstreken (noorden), 
periodes (zomer), soortnamen (een fles bordeaux).

Slide 9 - Tekstslide

Wanneer gebruik je aanhalingstekens --> '' '' ?

Slide 10 - Open vraag

 H5 Spelling
Aanhalingstekens
- Bij de directe rede/citaten:
 'Je moet even een boodschap voor me doen', zei vader
- Bij titels: Voor vragen over spelling kijk ik altijd in 'Schrijfwijzer' van Renkema
- Als je het woord zelf bedoelt:
Schrijf je 'cadeau' altijd met een k?
Let op: gedachten zet je niet tussen aanhalingstekens!

Slide 11 - Tekstslide

Maak een voorbeeldzin waarin je onder andere aanhalingstekens gebruikt!

Slide 12 - Open vraag

Aanhalingstekens gebruik je als je iets letterlijk opschrijft.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Plaats de aanhalingstekens op de juiste plek in de zin:

Fiets je mee? , vroeg Dieke aan Cas.
timer
1:00

Slide 14 - Open vraag

Opdracht deze les / huiswerk 26 maart

NL Online
H5 Spelling: hoofdletters en aanhalingstekens


Denk ook aan het verbeteren van opdr. onder de 60%
bij H4 Spelling (beide onderdelen)


Slide 15 - Tekstslide

Welke vraag/opdracht over de spelling van hoofdletters en aanhalingstekens vond je moeilijk?
(Spelling H5)

Slide 16 - Open vraag