Kapitel 1.2: Zwakke werkwoorden o.t.t.

Schwache Verben
Zwakke werkwoorden o.t.t.
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Schwache Verben
Zwakke werkwoorden o.t.t.

Slide 1 - Tekstslide

3 soorten zwakke werkwoorden
1. "Normale" werkwoorden (wohnen)
2. Zwakke werkwoorden met stam op -d of -t (reden)
3. Zwakke werkwoorden met stam op -s of -ß (heißen)

Slide 2 - Tekstslide

De vervoeging - tegenwoordige tijd
Hoe zat het ook al weer met de vervoeging van de zwakke werkwoorden?

Bekijk de volgende dia's goed.

Slide 3 - Tekstslide

Vervoeging "normaal" zwak werkwoord
ezelsbruggetje: 
feesttenten -> (fe) e I st I t I en I t I en

Slide 4 - Tekstslide

Zwak werkwoord met stam op -d of -t

Slide 5 - Tekstslide

Zwak werkwoord met stam op -s of -ß

Slide 6 - Tekstslide

Werkwoorden op zelfde manier als zwakke werkwoorden met stam op -d en -t
Op dezelfde manier:
öffnen (openen), zeichnen (tekenen), rechnen (rekenen), regnen (regenen), atmen (ademen), begegnen (ontmoeten)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Even oefenen...

Slide 9 - Tekstslide

Draußen (regnen) es.
A
regnt
B
regent
C
regnet
D
regnest

Slide 10 - Quizvraag

Das Flugzeug (landen) auf der Wiese.
A
land
B
landt
C
landet
D
landest

Slide 11 - Quizvraag

Da (befassen) man sich mit Hausaufgaben...
A
befasst
B
befasset
C
befasse
D
befassen

Slide 12 - Quizvraag

Du (rechnen) immer mit dem Taschenrechner.
A
rechst
B
rechnst
C
rechnet
D
rechnest

Slide 13 - Quizvraag

Er (begegnen) morgen seiner Mutter.
A
begegt
B
begegnet
C
begegnest
D
begegent

Slide 14 - Quizvraag

Ihr (parken) zuerst das Auto.
A
parkt
B
parket
C
parkiert
D
parkst

Slide 15 - Quizvraag

Aus Langeweile (zeichnen) man ein Bild.
A
zeichnt
B
zeichnen
C
zeichent
D
zeichnet

Slide 16 - Quizvraag

Du (übersetzen) einen Text ins Deutsche.
A
übersetzt
B
übersetzst
C
übersetzet
D
übersetzest

Slide 17 - Quizvraag

Er (warten) auf Whatsapp-Nachrichten.
A
warte
B
wartt
C
wartet
D
wart

Slide 18 - Quizvraag

Nog niet helemaal duidelijk?
Bekijk dan dit uitlegfilmpje: 


Slide 19 - Tekstslide

Even oefenen...

Slide 20 - Tekstslide

Warum ... du meine E-Mails nicht?
A
beantwortest
B
beantwortet
C
beantwortetet

Slide 21 - Quizvraag

... ihr auf mich nach der Schule? Dann gehen wir gemeinsam in die Stadt.
A
Wartet
B
Wartest
C
Wartetet

Slide 22 - Quizvraag

Patrick ... sehr leise. Verstehst du ihn?
A
redet
B
redete
C
redest

Slide 23 - Quizvraag

In der Kunststunde ... wir im Moment ein Stilleben.
A
zeichnen
B
zeichneten
C
zeichnetet

Slide 24 - Quizvraag

Wie ... ihr, ob dieses System funktioniert?
A
testen
B
testetet
C
testet

Slide 25 - Quizvraag

Heb je nog meer uitleg nodig van de docent?
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quizvraag

Extra oefenen? 
Klik op de links in volgende slides voor meer oefeningen

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Link

Slide 29 - Link