15 september

jeudi le 15 septembre
qu'est-ce qu'on va faire?  [keskonvafèr]
check : 
être, apprendre 4, 10 en notities
samen : 16a en 16c
werken aan de weektaak : 9 tm 15 online en woorden leren
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

jeudi le 15 septembre
qu'est-ce qu'on va faire?  [keskonvafèr]
check : 
être, apprendre 4, 10 en notities
samen : 16a en 16c
werken aan de weektaak : 9 tm 15 online en woorden leren

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide


Je .... Mega Mindy.
A
es
B
est
C
suis
D
sommes

Slide 3 - Quizvraag

Il ... Pierre.
A
est
B
es
C
êtes
D
sont

Slide 4 - Quizvraag

Le camping .... super!
A
sommes
B
sont
C
es
D
est

Slide 5 - Quizvraag

La plage ... belle.
A
sont
B
suis
C
es
D
est

Slide 6 - Quizvraag

Monsieur, ... formidable!
A
tu es
B
vous êtes
C
nous sommes
D
tu est

Slide 7 - Quizvraag

Les filles .... Marie et Anne.
A
sont
B
sommes
C
êtes
D
suis

Slide 8 - Quizvraag

Het is
A
est
B
c'est
C
c'es
D
ce sont

Slide 9 - Quizvraag

Men is
A
je suis
B
on est
C
ils sont
D
il est

Slide 10 - Quizvraag

apprendre 1 tm 4
vertaal : het meisje
A
la fille
B
une fille
C
une amie
D
l'amie

Slide 11 - Quizvraag

apprendre 1 tm 4
vertaal : een meisje
A
la fille
B
une fille
C
une amie
D
l'amie

Slide 12 - Quizvraag

apprendre 1 tm 4
vertaal : de vriendin
A
la fille
B
une fille
C
une amie
D
l'amie

Slide 13 - Quizvraag

apprendre 1 tm 4
vertaal : een vriendin
A
la fille
B
une fille
C
une amie
D
l'amie

Slide 14 - Quizvraag

schrijf in kleine letters zonder punt

jij heet

Slide 15 - Open vraag

schrijf in kleine letters zonder punt

tot ziens

Slide 16 - Open vraag

schrijf in kleine letters zonder punt

leuk

Slide 17 - Open vraag

schrijf in kleine letters zonder punt
voorstellen

Slide 18 - Open vraag

ja

Slide 19 - Open vraag

nee

Slide 20 - Open vraag

hoe

Slide 21 - Open vraag

voor een MANNELIJK zelfstandig naamwoord staat ;
A
le
B
la
C
une

Slide 22 - Quizvraag

voor een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staat
A
le
B
la
C
un

Slide 23 - Quizvraag

als een zelfstandig naamwoord met een klinker begint gebruik je het lidwoord :
A
le
B
la
C
l'
D
des

Slide 24 - Quizvraag