hoofdstuk 5

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Het delend lidwoord
Stappenplan:
1) woord van hoeveelheid of ontkenning?
de / d'
2) werkwoord van gevoel?
le / la / l' / les
3) niets van bovenstaande?
du / de la / de l' / des

Slide 2 - Tekstslide

Sleep de delend lidwoorden naar de juiste zinnen.
Je mange ... croissants.
Elle boit ... eau minérale.
Ils achètent ... pain.
Elle n'a pas ... chips.
On a peu ... argent
du
d'
de
des
de l'

Slide 3 - Sleepvraag

Vul het juiste delend lidwoord in:
Je mange ...... soupe.
A
du
B
de la
C
de l'
D
des

Slide 4 - Quizvraag

Geef het juiste delend lidwoord.
'Elle prend ..... lait.'
A
du
B
de la
C
de l'
D
des

Slide 5 - Quizvraag

Vul het juiste delend lidwoord in:
Je bois un verre ...... eau.
A
d'
B
de la
C
de l'
D
de

Slide 6 - Quizvraag

Vul het juiste delend lidwoord in:
J'adore ...... frites.
A
de
B
des
C
du
D
les

Slide 7 - Quizvraag

Vul het juiste delend lidwoord in:
Je prends ...... jus d'orange.
A
du
B
de la
C
de l'
D
des

Slide 8 - Quizvraag

Vul het juiste delend lidwoord in:
Je mange ...... croissants.
A
du
B
de la
C
de l'
D
des

Slide 9 - Quizvraag

Tu ne veux pas ... coca ?

Kies het juiste delend lidwoord.
A
du
B
de la
C
de l'
D
de

Slide 10 - Quizvraag

venir = komen
revenir = terug komen 
devenir = worden

Slide 11 - Tekstslide

Venir

Ik kom terug
A
je revens
B
je reviens
C
je suis revenu

Slide 12 - Quizvraag

devenir : vous ....
A
devenez
B
devenisez
C
devenirez

Slide 13 - Quizvraag

venir: ils ........
A
venient
B
viennent
C
venirent

Slide 14 - Quizvraag

VENIR  KOMEN
ILS/ELLES
VOUS
NOUS
TU
JE
VIENNENT
VENEZ
IL,ELLE
VENONS
VIENS
VIENT
VIENS

Slide 15 - Sleepvraag

Slide 16 - Video

VENIR  KOMEN
passé composé
ILS/ELLES
VOUS
NOUS
TU
JE
est venu(e)
sont venu(e)s
IL,ELLE
suis venu(e)
sommes venu(e)s
es venu(e)
êtes venu(e)(s)

Slide 17 - Sleepvraag

Au travail!



Exercices
:
29b,c,d p:36&37
                       30b,c,d,f & 32 p:38-39

Klaar! Oefenen voor Taaldorp of leren je vocabulaire
 

Slide 18 - Tekstslide