1.
Vraagintroductie: ieder groepslid vertelt kort en beknopt een situatie op stage; Groep kiest democratisch een situatie uit.
2. Probleemverkenning: de groep stelt vragen. Let op: open vragen stellen,
goed luisteren, samenvatten. Bevraag inhoud, relatie, werkwijze, gevoel;
3. Probleemdefinitie: alle deelnemers formuleren één of meer probleem,
daarna herformuleert de inbrenger zo nodig het probleem;
4. Advisering: iedere deelnemer geeft minimaal één advies, de inbrenger
reageert. Wat spreekt aan en wat niet?
5. Evaluatie: de groep evalueert het intervisieproces: hoe ging het en wat
heeft het opgeleverd?